Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Grid-Opnamen (Stap-Opnamen) De Pads - Yamaha AW1600 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Opnemen/afspelen van padspel • Grid-opnamen (stap-opnamen) de pads
B Padtracknummer
Dit geeft het padtracknummer 1–4 aan. Rechts wordt
de naam van de sample aangegeven die is toegewezen
aan de samplebank die voor die pad geselecteerd is.
C Trackmuteknop
Deze knop schakelt de muting in/uit voor elke track.
Verplaats de cursor naar deze knop en druk op de
[ENTER]-toets om tussen de volgende twee
instellingen te schakelen.
............ De padtrack kan worden afgespeeld.
............ De padtrack is gemutet.
In dit gedeelte wordt beschreven hoe padspel (pad-events) met een offline bewerking (niet in
realtime) kunnen worden opgenomen op de padtrack. Aangezien pad-events kunnen worden
opgenomen aan het begin van iedere maat, is deze methode handig wanneer u padtiming wilt
uitlijnen met het begin van iedere maat.
1
Druk in de Quick Navigate-sectie
herhaaldelijk op de [RECORD]-toets of
gebruik de CURSOR-toetsen [ ]/[ ] terwijl
u de [RECORD]-toets ingedrukt houdt om
naar het RECORD-scherm van de PAD-
pagina te gaan.
11
2
Verplaats de cursor naar de GRID-knop en
druk op de [ENTER]-toets.
Het GRID REC-popupvenster zal verschijnen.
De padtracks worden getoond op een maatraster.
De rastersymbolen hebben de volgende betekenissen:
.................. Maat waarin al een pad-event is
• G .................. Maat waarin een pad-event is
• Leeg............. Maat waarin geen pad-event is
OPMERKING
• In het GRID REC-popupvenster kunnen maximaal 999
maten worden getoond/bewerkt.
116
AW1600 Gebruikershandleiding

Grid-opnamen (stap-opnamen) de pads

opgenomen.
opgenomen met rasteropname.
opgenomen.
11
Verplaats de cursor naar de
trackdempingsknop voor de track die u wilt
dempen en druk op de [ENTER]-toets om
de knop naar
(gedempt) te schakelen.
Verplaats om de muting te annuleren de cursor naar de
trackmuteknop en druk nogmaals op de [ENTER]-
toets.
TIP
• Als een padtrack is gemutet en de pad is ingesteld op
LOOP/TRIGGER, zal de pad worden afgespeeld als u
gewoon op de [PLAY]-toets drukt om de recorder te
laten afspelen. Dit betekent dat u deze eigenschap,
zelfs zonder op te nemen op een padtrack, als een
ritmemachine kunt gebruiken.
3
Als u een pad-event wilt invoeren,
verplaatst u de cursor naar de maat in het
raster waarin u het event wilt invoeren en
drukt u vervolgens op de betreffende pad.
"G" verschijnt op het raster op de betreffende maat en
padtrack.
4
Druk opnieuw op de pad om de event uit
te schakelen.
Het symbool verschijnt op het bijbehorende rasterpunt
(leeg). Als er echter al een eerder opgenomen pad-
event op dat punt is, wordt met herhaald drukken op de
→ G → Leeg geselecteerd.
pad achtereenvolgens
5
Wanneer u de bewerking heeft voltooid,
verplaatst u de cursor naar EXEC en drukt
u op de [ENTER]-toets.
De rasteropname wordt uitgevoerd en het
popupvenster wordt gesloten.
OPMERKING
• De rasteropname wordt niet uitgevoerd voordat u de
cursor naar de EXEC-knop heeft verplaatst en op de
[ENTER]-toets heeft gedrukt.
• Als u een maat bewerkt waarin al een pad-event is
opgenomen, worden de resultaten niet altijd correct
weergegeven op het display.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave