De MIDI Remote-functie gebruiken
E ALL INIT-knop
Reset alle MIDI-boodschappen die zijn toegewezen aan
de faders/[TRACK SEL]-toetsen naar de
aanvangsinstellingen. Verplaats om te initialiseren de
cursor naar deze knop en druk op de [ENTER]-toets.
F FADER-knop
Als u deze knop aanzet zal de MIDI-boodschap die is
toegewezen aan de fader van het momenteel geselecteerde
kanaal worden getoond.
Deze knop zal automatisch worden aangezet als u de fader
van een trackkanaal bedient.
G SEL SW-knop
Als u deze knop aanzet, zal de MIDI-boodschap die is
toegewezen aan de [TRACK SEL]-toets van het
momenteel geselecteerde kanaal worden getoond.
Deze knop zal automatisch worden aangezet als u de
[TRACK SEL]-toets van een trackkanaal bedient.
H LATCH/UNLATCH-knop
Selecteert hoe de [TRACK SEL]-toets van een
trackkanaal zal werken als deze wordt ingedrukt.
• LATCH ........... De instelling zal beurtelings aan-/
uitschakelen elke keer als u op de
[TRACK SEL]-toets drukt.
MIDI-data verzonden
(SW=7F)
aan
uit
• UNLATCH ...... De instelling zal aan zijn terwijl u de
[TRACK SEL]-toets ingedrukt houdt, en
zal uitgaan als u de toets loslaat.
verzonden (SW=7F)
uit
14
I LEARN-knop
Als deze knop aan staat, zal de MIDI-boodschap die wordt
ontvangen via de MIDI IN-aansluiting worden
toegewezen aan de momenteel geselecteerde fader of
[TRACK SEL]-toets. Dit is een makkelijke manier om
MIDI-boodschappen snel toe te wijzen.
TIP
• Als twee of meer MIDI-boodschappen worden ontvangen terwijl
de LEARN-knop aan staat, zal de laatst ontvangen MIDI-
boodschap worden ingevoerd in het MIDI-boodschapveld.
• Als er een system exclusive boodschap langer dan zestien bytes
wordt ontvangen, zullen de eerste zestien bytes worden getoond.
166
AW1600 Gebruikershandleiding
MIDI-data
verzonden (SW=00)
MIDI-data
MIDI-data
verzonden (SW=00)
aan
uit
J MIDI-boodschap
Dit gebied toont (in hexadecimale vorm) de MIDI-
boodschap die is toegewezen aan de momenteel
geselecteerde fader of [TRACK SEL]-toets.
U kunt de cursor naar elk numerieke vakje verplaatsen en
de [DATA/JOG]-draaiknop draaien om de waarde van elke
byte (twee hexadecimale getallen) te bewerken. U kunt de
volgende waarden selecteren.
• 00–FF (hexadecimaal)
............. Komt overeen met de daadwerkelijke
• END ............ Geeft het eind aan van de MIDI-
• SW (alleen [TRACK SEL]-toets )
............. Geeft de aan/uit-status van de [TRACK
• FAD............. Geeft de huidige positie van de fader aan.
uit
TIP
• De MIDI-boodschap die is toegewezen aan een enkele fader of
toets kan niet langer zijn dan zestien bytes.
• Als een SW-byte niet is toegewezen aan een [TRACK SEL]-toets,
zal de MIDI-boodschap die u heeft ingevoerd alleen worden
verzonden als u de toets aanzet. (In dit geval gebruikt u gewoon
de UNLATCH-instelling.)
• Als u de LEARN-knop gebruikt om een besturingswijziging aan
een fader toe te wijzen, zal de END-byte automatisch worden
ingevoerd aan het eind van de MIDI-boodschap.
• Als u de LEARN-knop gebruikt om een besturingswijziging toe te
wijzen aan een fader, zal de FAD-byte automatisch worden
ingevoerd als de variabele waarde.
OPMERKING
• Als u handmatig een MIDI-boodschap toewijst zorg er dan voor
dat u END invoert aan het eind van de MIDI-boodschap.
• Als u een MIDI-boodschap aan een fader toewijst, moet FAD voor
één van de bytes worden ingevoerd. Als FAD niet wordt ingevoerd,
zal het bedienen van de fader geen enkel effect hebben.
• Als u de waarden handmatig invoert is het mogelijk dat er een
ongeldige MIDI-boodschap zal worden ingevoerd. U kunt om die
reden het best zoveel mogelijk de
MIDI-boodschappen toe te wijzen.
waarde van de MIDI-boodschap die is
verzonden.
boodschap. Als u een fader of [TRACK
SEL]-toets bedient, zal de MIDI-
boodschap worden verzonden, te
beginnen met de eerste byte en eindigend
met de byte die vooraf gaat aan END.
SEL]-toets. De byte die u aangeeft voor
SW zal worden verzonden als 7F
(hexadecimaal) als de toets wordt
aangezet, of 00 (hexadecimaal) als de
toets wordt uitgezet.
Als de boodschap is toegewezen aan een
fader, zal de byte die u aangeeft als FAD
worden verzonden met een waarde van
00–7F (hexadecimaal) die overeenkomt
met de FADER-positie wanneer u de fader
bedient.
Als de boodschap is toegewezen aan een
[TRACK SEL]-toets, zal deze byte worden
verzonden met een waarde die
overeenkomt met de huidige positie van
de fader als de [TRACK SEL]-toets is
aangezet, en zal deze worden verzonden
met waarde 00 (hexadecimaal) als de
[TRACK SEL]-toets is uitgezet.
9
LEARN-knop gebruiken om