5. Steek het sleuteltje in het contact en draai dit naar rechts
totdat de motor start. Nadat de motor is gestart, kunt u
met behulp van de choke de motor regelmatig laten
lopen. Zodra dit mogelijk is, opent u de choke door de
chokehendel naar achteren te trekken en op Uit te
zetten. Als de motor warm is, hoeft de choke niet of
nauwelijks te worden gebruikt.
6. Nadat de motor is gestart, controleert u de machine aan
de hand van de volgende procedures:
A. Zet de gashendel op Snel en schakel de meskooien
eventjes in door het maaipedaal in te trappen. De
maaidekken moeten neerkomen en alle
messenkooien moeten draaien.
B. Trap het hefpedaal in. De messenkooien moeten
stoppen en de maaidekken moeten omhoogkomen in
de volledige transportstand.
Belangrijk
Zet de motor af. Controleer de lip van
elke mand om er zeker van te zijn dat deze tijdens het
maaien niet in contact komt met de messenkooi. Stel de
trekarmen af als dat het geval is; zie Maaidekken
monteren.
C. Trap het rempedaal in om te voorkomen dat de
machine in beweging komt, en zet het tractiepedaal
in de vooruit- en achteruit-stand.
D. Voer deze procedure 1–2 minuten uit. Zet de
schakelhendel, het maaipedaal en het hefpedaal in
de neutraalstand, stel de parkeerrem in werking en
schakel de motor uit.
E. Controleer op olielekken. Als u olielekken ontdekt,
moet u controleren of de hydraulische fittingen goed
vastzitten. Als het euvel niet verdwijnt, is het
wenselijk contact op te nemen met een Toro-dealer
voor hulp en indien nodig onderdelen te vervangen.
Belangrijk
De afdichtingen van de motor of de
wielen kunnen korte tijd sporen van olie vertonen totdat
de inrijperiode is verstreken.
Opmerking: Als de machine nieuw is en de lagers en
messenkooien nog stroef zijn, moet u de gashendel op
Snel zetten om deze controle uit te voeren. Na de
inrijperiode hoeft u de gashendel niet op Snel te zetten.
Het veiligheidssysteem
controleren
Voorzichtig
Niet-aangesloten of beschadigde
interlockschakelaars kunnen onverwachte
gevolgen hebben op de werking van de machine.
Dit kan lichamelijk letsel veroorzaken.
• Laat de interlockschakelaars ongemoeid.
• Controleer elke dag de werking van de
interlockschakelaars en vervang beschadigde
schakelaars voordat u de machine weer in
gebruik neemt.
• Vervang schakelaars om de twee jaar ongeacht
of ze wel of niet naar behoren functioneren.
Het veiligheidssysteem (Fig. 23) is bedoeld om aanslaan of
starten van de motor alleen mogelijk te maken als het
tractiepedaal in de neutraalstand staat en de maaidekken
zijn uitgeschakeld. Daarnaast zal de motor afslaan als:
• de maaidekken zijn ingeschakeld terwijl de bestuurder
niet op de stoel zit.
• de schakelhendel in de Nr. 1 of Nr. 2 stand staat terwijl
de bestuurder niet op de stoel zit.
2
Figuur 23
1. Tractieschakelaar
2. Stoelschakelaar
23
3
1
3. Maai-/hefschakelaar