Onderhoud van het
brandstofsysteem
Opmerking: Zie Brandstoftank met benzine vullen,
blz. 13, voor aanbevolen brandstof.
In bepaalde omstandigheden zijn dieselbrandstof en
brandstofdampen uiterst ontvlambaar en explosief.
Brand of explosie van brandstof kan brandwonden of
materiële schade veroorzaken.
•
Gebruik een trechter of tuit; brandstof uitsluitend
in de open lucht bij een afgezette en koude motor
bijvullen. Eventueel gemorste brandstof
opnemen.
•
Vul de brandstoftank niet helemaal vol. Vul de
brandstoftank tot 2,5 cm vanaf de onderkant van
de vulbuis. Deze ruimte in de tank is nodig voor
het uitzetten van de brandstof.
•
Rook nooit wanneer u met brandstof bezig bent
en houd de brandstof weg van open vlammen of
vonken.
•
Bewaar de brandstof in schone, veilige en
goedgekeurde containers en zorg dat de dop op
zijn plaats blijft.
Brandstoftank
De brandstoftank moet jaarlijks of om de 800
bedrijfsuren worden afgetapt en gereinigd, waarbij de
kortste periode moet worden aangehouden. Ook moet
de tank worden afgetapt en gereinigd als het
brandstofsysteem vervuild raakt of wanneer de
machine voor langere tijd gestald gaat worden.
Gebruik schone dieselbrandstof om de tank uit te
spoelen.
Brandstofleidingen en -verbindingen
Controleer de brandstofleidingen en -verbindingen om
de 400 bedrijfsuren of jaarlijks, waarbij de kortste
periode moet worden aangehouden. Inspecteer op
slijtage, beschadigingen of loszittende verbindingen.
Waterafscheider
Verwijder dagelijks water of ander vuil uit de
waterafscheider (Fig. 25).
1.
Plaats een schone bak onder de waterafscheider
(de waterafscheider is gemonteerd aan de
binnenzijde van het frame, links van de motor).
2.
Draai de aftapplug onder de filterbus los. Draai
de plug weer vast na het aftappen.
1. Waterafscheider
2. Aftapplug
Vervang de filterbus om de 400 bedrijfsuren.
1.
Reinig de omgeving van de plaats waar de
filterbus wordt gemonteerd.
2.
Verwijder de filterbus en reinig de plaats waar
deze wordt gemonteerd.
3.
Smeer schone olie op de pakking van de
filterbus.
4.
Monteer de filterbus met de hand totdat de
pakking contact maakt en draai deze vervolgens
nog een halve slag verder.
Brandstoffilter vervangen
Vervang het brandstoffilter (Fig. 26) tussen de
brandstoftank en de brandstofpomp om de 400
bedrijfsuren of jaarlijks, waarbij de kortste periode
moet worden aangehouden.
1.
Klem de beide brandstofslangen die zijn
aangesloten op het brandstoffilter, op zodanige
wijze samen dat de brandstof niet kan weglekken
als de slangen worden verwijderd.
2.
Haal de slangklemmen op beide uiteinden van
het filter los en trek de brandstofslangen van het
filter af.
26
1
2
Figuur 25