3 Selecteer een
Performance nummer met
de [DATA] knop of de [INC/
YES] en [DEC/NO] knoppen
Draai de [DATA] knop rechtsom of druk op [INC/
YES] om het Performance nummer te verhogen. Draai
de [DATA] knop linksom of druk op [DEC/NO] om
dit te verlagen.
PFM Play)
EQLow-G EQMid-G
SHIFT
PAGE
A
PART/ELEMENT
EF
BYPASS
EXIT
DEC/NO INC/YES
U kunt nu alle Parts in de geselecteerde Performance
via het toetsenbord bespelen. Als de Layer (blz. 117)
parameter voor enkele Parts aanstaat, kunnen deze
Parts in unison bespeeld worden. Probeer nu eens om
ook andere Performances te selecteren.
Details over het selecteren van Performances met de
N.B.
[DATA] knop of met de knoppen [DEC/NO] en [INC/
YES] vindt u op bladzijde 61.
U kunt ook Performances selecteren door gebruik te
N.B.
maken van de BANK en PROGRAM/PART knoppen,
of via de Category Search functie. Details over het
selecteren van performances vindt u op bladzijde 104.
Tijdens het selecteren kan het even duren voordat
N.B.
de Performance gereed is, omdat er meerdere Parts
ingesteld moeten worden.
Bij sommige preset Performances (INT), kunt u Knop
N.B.
[2] gebruiken om de Arpeggiator aan of uit te schakelen.
Details kunt u vinden in de aparte Performance Lijst.
INT:001(A01)[--:Init Perf ]
EQHi-G ------- -------
B
C
1
2
MASTER
KEYBOARD
ENTER
DATA
25