4
Alarmen
4
Alarmen, INOP's en getalinformatie van het externe apparaat kunnen worden vertraagd alvorens
WAARSCHUWING
deze de patiëntmonitor bereiken. Deze vertragingstijden kunnen variëren afhankelijk van de condities
waaronder het apparaat werkt. Om deze reden zijn specifieke vertragingstijden, anders dan welke
opgegeven worden in de tabellen met outputsignalen, niet beschikbaar.
Mogelijk bestaan er verschillen tussen de alarmcategorieën die uw patiëntmonitor gebruikt en de
categorieën die de externe apparaten gebruiken die voor de interface gebruikmaken van IntelliBridge.
Is dit het geval, dan kunnen alarmen die afkomstig zijn van een extern apparaat volgens verschillende
hiërarchieën op een patiëntmonitor en op een extern apparaat worden weergegeven.
Controleer welke alarmen zijn toegewezen en welke prioriteit ze hebben.
Niet alle alarmen en INOP's die beschikbaar zijn op externe apparaten kunnen worden afgehandeld
via de IntelliBridge module. In het geval dat er een ander apparaat is aangesloten op het externe
apparaat, worden alarmen en INOP's van dit andere apparaat niet overgezet naar IntelliBridge.
De ondersteunde alarmen en INOP's staan vermeld in dit document.
9