7.10.2 Gasstroomdruk controleren
1.
Sluit de gaskraan.
2.
Draai de schroef aan de drukmeetnippel (1) voor het
gasblok los.
3.
Sluit een manometer aan.
4.
Open de gaskraan.
5.
Neem het product met het testprogramma P.01 of de
schoorsteenvegerfunctie in gebruik.
6.
Meet de gasstroomdruk ten opzichte van de atmosfeer-
druk.
–
Toegestane gasstroomdruk bij gebruik met aard-
gas K: 2,0 ... 2,7 kPa (20,0 ... 27,0 mbar)
7.
Stel het product buiten bedrijf.
8.
Sluit de gaskraan.
9.
Verwijder de manometer.
10.
Draai de schroef aan de drukmeetnippel (1) vast.
11.
Open de gaskraan.
12.
Controleer de meetnippel op gasdichtheid.
Voorwaarde: Gasstroomdruk niet in het toegestane bereik of gasaansluit-
druk (rustdruk) wijkt meer dan 0,5 kPa (5,0 mbar) van de gasstroomdruk af.
Opgelet!
Kans op materiële schade en bedrijfssto-
ringen door verkeerde gasaansluitdruk!
Als de gasaansluitdruk buiten het toegestane
bereik ligt, dan kan dit tot storingen in de wer-
king en tot schade aan het product leiden.
▶
Voer geen instellingen aan het product uit.
▶
Neem het product niet in gebruik.
▶
Als u de fout niet kunt verhelpen, breng dan de gasmaat-
schappij op de hoogte.
▶
Sluit de gaskraan.
7.10.3 CO₂-gehalte controleren
Opgelet!
Kans op foute metingen door foute meet-
toestellen!
Actuele meettoestellen werken volgens de
O₂-methode en rekenen om naar het CO₂-ge-
halte. Een directe CO₂-meting, zoals bij ou-
dere meettoestellen mogelijk, kan tot meet-
fouten leiden, omdat de aardgassen afhanke-
lijk van de vindplaats CO₂ bevatten.
▶
Gebruik alleen actuele meettoestellen
volgens de O₂-methode.
18
Controle bij maximumlast
▶
Neem het product met het testprogramma (→ Pagina 15)
1
P.01 in gebruik.
◁
Na de stabilisatietijd van 1 min. wordt het product op
maximumlast gestuurd.
▶
Dicht de meetopening van de meetsonden tijdens de
meting goed af.
▶
Als de maximale trek in de rookgasleiding 20 Pa over-
schrijdt, verwijder dan het deksel van de revisieopening
in de rookgasleiding en breng deze na de meting op-
nieuw aan.
▶
Meet het CO₂-gehalte in het rookgas.
▶
Vergelijk de meetwaarden met de betreffende waarden in
de tabel.
Instelwaarden
CO₂ na 5 min. maximumlastbe-
drijf
CO₂ na 5 min. minimumlastbe-
drijf
Ingesteld voor Wobbe-index W
O₂ na 5 min. maximumlastbe-
drijf
CO-gehalte
▶
Beëindig het testprogramma P.01 door tegelijk indrukken
van de toetsen i en + of door het indrukken van de toets
Ontstoring.
Controle bij minimale last
▶
Neem het product met het testprogramma (→ Pagina 15)
P.02 in gebruik.
◁
Na de stabilisatietijd van 1 min. wordt het product op
minimumlast gestuurd.
▶
Meet het CO₂-gehalte in het rookgas.
▶
Vergelijk de meetwaarden met de betreffende waarden in
de tabel.
▶
Beëindig het testprogramma P.02 door tegelijk indrukken
van de toetsen i en + of door het indrukken van de toets
Ontstoring.
Voorwaarde: Meetwaarden voor minimumlast en/of maximumlast liggen niet
in het opgegeven bereik
▶
Voer een instelling van het CO₂-gehalte uit.
Controle beëindigen
▶
Stel het product buiten bedrijf.
▶
Sluit de meetopening in de rookgasleiding en controleer
deze op dichtheid.
▶
Controleer de gasleiding, de VGA-installatie, het product
en de CV-installatie op dichtheid.
7.10.4 Instelling CO₂-gehalte voorbereiden
1.
Als de maximale trek in de rookgasleiding 20 Pa over-
schrijdt, verwijder dan het deksel van de revisieopening
in de rookgasleiding en breng deze na de meting op-
nieuw aan.
2.
Voer de instelling van het CO₂-gehalte absoluut in de
beschreven volgorde uit omdat de instelling bij maxi-
mumlast ook de minimumlast overeenkomstig veran-
dert.
Een-
heid
Vol.–%
Vol.–%
kWh/m³
s
Vol.–%
ppm
Installatie- en onderhoudshandleiding 0020241677_03
Aardgas (G25)
9,3 ±0,2
9,0 ±0,2
11,0
4,89 ±1,80
≤ 50