Inhoudsopgave
Advertenties
7.3 Regeling van verwarming
• Circulatiepomp en elektrische verwarming worden ingeschakeld
bediening van de kamerthermostaat
•
Wanneer de boiler de ingestelde temperatuur van het water in het
systeem bereikt, worden de verwarmingen uitgeschakeld (met
intervallen van 3 seconden om schokken op het elektriciteitsnet te
voorkomen) en blijft de pomp werken totdat de kamer thermometer
uitgaat. De verwarmingen worden weer ingeschakeld als de
watertemperatuur 2 °C onder de ingestelde temperatuur daalt – als
de kamerthermostaat dit vereist. De microprocessor-thermoregelaar
meet de werktijd voor elke verwarmer en verandert de verwarmers
(als er een inactieve verwarmer beschikbaar is) na 30 minuten
continu werken. Een dergelijke werkmodus zorgt voor een gelijke
belasting van alle verwarmingselementen en relais, en hun
levensduur is aanzienlijk langer
Als het relais van de pomp om welke reden dan ook
niet wordt ingeschakeld, zullen de
verwarmingselementen dat ook niet doen.
•
Wanneer de kamertemperatuur is bereikt, schakelt de
microprocessor de verwarmingen en de pomp uit, maar na 2
minuten nadat de verwarmingen zijn uitgeschakeld –
gedurende die tijd zal de LED-diode die aangeeft dat de pomp
werkt, knipperen, wat betekent dat er 2 minuten worden
afgeteld, waarna de pomp wordt uitgeschakeld
7.3.1 Instelling gewenste ketel temperatuur
Gebruik de knoppen ''-'' of ''+'' om mod te selecteren om de ingestelde
temperatuur weer te geven - LED-diode bij het teken "Set temp" is
aan. Druk op de knop ''SET'', de LED-diode bij het teken 'Set Temp'
begint te knipperen, wat betekent dat het mogelijk is om de gegeven
temperatuur van de ketel te verhogen/verlagen met behulp van de
knop ''-'' of ''+'' (afbeelding 16).
Elke aanraking van de knop verhoogt/verlaagt de gegeven
temperatuur van de boiler gedurende 1 °C. Het werktemperatuur
bereik is 10 °C ÷ 80 °C.
Bevestiging van de wijziging moet worden gedaan door op de knop
''SET'' te drukken. Als de wijziging niet wordt bevestigd, blijft de
controller 15 seconden na het indrukken van een knop (behalve
''SET'') werken op de oude waarde van de ingestelde temperatuur en
verlaat de aanpassingsmodus.
Wanneer de wijziging wordt bevestigd door op de knop ''SET'' te
drukken, behoudt het display de nieuwe temperatuur waarde
gedurende 15 seconden en keert dan terug naar de basis weergave,
of de huidige temperatuur verschijnt op het display.
Afbeelding 16: Gegeven instelling keteltemperatuur
Behandeling van verwarmingsinstallaties
7.3.2 Aanpassing gegeven vermogen ketel
Gebruik de knoppen ''-'' of ''+'' om de modus voor het instellen van het
standaardvermogen te selecteren - de LED naast de indicator "Sets
power" licht op. Druk nu op de knop "SET" - de LED knippert naast
"Set Power", wat betekent dat het mogelijk is om het standaard
vermogen van de ketel te verhogen of te verlagen met behulp van de
''-'' of ''+'' knoppen.
Elke toetsaanslag verhoogt of verlaagt het standaard vermogen van
de ketel met 1 stap (zie Tabel 6).
Om de wijziging te kunnen accepteren, moet deze worden bevestigd
door op de "SET" - toets te drukken. Als de wijziging niet wordt
bevestigd, wordt binnen 15 sec. door op een willekeurige toets te
drukken (behalve "SET") hervat de besturing de werking volgens de
oude standaard vermogenswaarde en verlaat de instelmodus.
Wanneer de standaard vermogenswijziging wordt bevestigd door op
de "SET" -toets te drukken, geeft het display een nieuw setpoint van
15 sec weer en keert vervolgens terug naar het basis display, het
display toont de huidige temperatuur.
Afbeelding 17: Gezien de aanpassing van het ketelvermogen
Advertenties
Inhoudsopgave
