7.3.4 Waarschuwing lage temperatuur
Als de temperatuur van het systeem daalt tot T≤4 °C, blijft de ketel
normaal werken, maar begint de temperatuur meet indicator
te knipperen
(afbeelding 21). Het is noodzakelijk om de
langzaam
temperatuur te verhogen tot T≥5 °C om het automatisch knipperen
van de waarschuwingsindicator te stoppen.
Afbeelding 21: Waarschuwing:
temperatuur nabij beperkte lage temperatuur
Als de temperatuur van het systeem daalt tot T≤2 °C, worden alle
verwarmingen en de pomp uitgeschakeld (vertraging van 2 minuten)
en gaat de temperatuur meet indicator snel
22). Bij deze temperatuur waarde bestaat gevaar voor bevriezing en
ketel schade, waardoor de werking van dit apparaat geblokkeerd
wordt. Om door te gaan met het werken aan de ketel is het
noodzakelijk om de temperatuur te verhogen tot T≥5°C.
Afbeelding 22: Geblokkeerde werking van de ketel, bij bevriezingsgevaar
WAARSCHUWING! Als het verwarmingssysteem
buiten werking is, kan bevriezing optreden
Het is verplicht om het systeem te beveiligen
Maak de gehele installatie leeg
knipperen
(afbeelding
Behandeling van verwarmingsinstallaties
De huidige temperatuur weergegeven op het scherm is
mogelijk voor waarden T≥-9°C. Het is niet mogelijk om een
temperatuur lager dan -9°C op het scherm weer te geven, dus de
code EL verschijnt op het display, wat betekent dat de temperatuur
lager is dan -9°C, of dat de temperatuur sensor een circuit
onderbreking heeft (afbeelding
Afbeelding 23: Temperatuur lager dan -9 °C of circuitbreuk sensor
WAARSCHUWING: Materiële schade door bevriezing
23).