Apparaatgegevens
2.7 Minimale afstanden en brandbaar
(bouw)materialen
Afhankelijk van de geldende regelgeving kunnen andere minimum
afstanden worden toegepast, anders dan hieronder vermeld.
Houd u aan de voorschriften voor elektrische installaties en
minimumafstanden die van kracht zijn in het betreffende land.
Minimale afstand voor zware brandbare en zelfdovende
materialen is 200 mm
Ontvlambaarheid van comp
A
Niet-ontvlambaar
A1:
Niet-brandbaar
A2:
Met kleinere
hoeveelheid
toegevoegde
elementen
(organische
componenten)
B
Ontvlambaar
Moeilijk brandbaar
B1:
B2:
Normaal gesproken
ontvlambaar
Ontvlambaar
B3:
Tabel 2: Ontvlambare materialen en samenstelling van elementen
volgens DIN 4102
asbest, steen, wandtegels,
gebakken klei, gips (zonder
organische toevoegingen)
Gipskartonplaten, basisvilt,
glasvezels, platen van
ACUMIN, ISOMIN, RAIOT,
LOGNOS, VELOX EN
HERACLITUS
Beuken, eiken, gefineerd hout, vilt,
HOBREX, VERSALIT en UMAKART
platen
Grenen, lariks en sparrenhout,
gefineerd hout
Asfalt, karton, cellulose
materialen, teerpapier, multiplexplaten,
kurkplaten, polyurethaan,
polystyreen, polyethyleen,
vloervezelmaterialen
2.8 Productbeschrijving
Basiscomponenten van ketel:
• Ketelvat
• Apparaatframe en behuizing
• Besturingseenheid
• Pomp
• Expansievat (8l)
• Processorbord en ketel elektronica
• Waterdruksensor
• Veiligheidsklep
De ketel kan worden geïnstalleerd als integraal onderdeel van het centrale
verwarmingssysteem, vloerverwarming, hybride- of accumulatie (warmte
opslag)systemen.
De ketel is samengesteld uit een gelast ketelvat van roestvast staal met
thermische isolatie. De ketel wordt aan de muur bevestigd door middel
van de meegeleverde montageset. Geïnstalleerde verwarmingsisolatie
in de ketelmantel vermindert het warmteverlies en beschermt ook tegen
geluid.
Veiligheidselementen (ontluchtingsklep, controlerende
oppervlaktezekering en temperatuur veiligheidsbegrenzing) zijn
bovenaan de ketel gemonteerd.
Afhankelijk van het type ketel worden verschillende verwarmings-
elementen gebruikt. De prestaties van de verwarmingselementen kunnen
worden aangepast aan de hand van de instellingen.
Via het bedieningspaneel kunnen verschillende prestatie instellingen
worden verkregen. Aantal en verdeling van prestatie instellingen zijn te
vinden in de technische gegevens (zie hoofdstuk
2.12.2).