Nadat de machine eenmaal is opgebouwd, is het verstandig de machine liggend op
een pallet te verplaatsen en eventueel ook liggend op te slaan.
Het transport kan met een heftruck geschieden.
Ten behoeve van het verticaal transport is de machine ook uitgerust met een
hijsoog. Dit hijsoog kan gebruikt worden om de machine rechtop te zetten.
5.6.
Eerste inbedrijfstelling
Bij eerste ingebruikstelling en na het verwisselen van de schuurband en/of slijprol
moeten altijd de afstelling van de slijprol en de schuurband gecontroleerd worden.
Het hart van de slijprol moet op dezelfde hoogte liggen als het hart van de buis en
tijdens bedrijf mag de band niet scheeflopen.
Voor de afstelwerkzaamheden zie de beschrijving van paragraaf 4.6.10.
Als de stekker in de contactdoos is gestoken is de machine bedrijfsgereed.
6.
Bediening
Dit hoofdstuk geeft informatie over de bediening van de machine. Dit hoofdstuk is
bestemd voor de bediener en de onderhoudsmonteur van de machine.
6.1.
Bediening algemeen
Hierna wordt de reguliere bediening beschreven.
Neem de veiligheidsvoorschriften van hoofdstuk 3 in acht.
De bediening geschiedt met de bedieningsmiddelen zoals genoemd in de paragraaf
4.5.
Voor meer informatie zie ook paragraaf 4.6 De werking van de machine.
6.2.
Inbedrijfname
Steek indien dit nog niet het geval is de stekker in de contactdoos.
-
Controleer of de juiste schuurband is gemonteerd. Voor de keuze van de juiste
-
schuurband zie Tabel 4.7-2. Controleer de schuurband op slijtage. Voor de
eventuele vervanging van de schuurband zie paragraaf 4.6.8.
Controleer of de juiste slijprol is gemonteerd. De juiste slijprol wordt bepaald
-
door de doorsnede afmetingen van de buisprofielen die op elkaar moeten
aansluiten. Voor verkrijgbare slijproldiameters zie Tabel 4.7-1. Voor de
eventuele vervanging van de slijprol zie paragraaf 4.6.9.
Controleer de afstelling van de slijprol en de schuurband. Het hart van de
-
slijprol moet op dezelfde hoogte liggen als het hart van de buis en tijdens bedrijf
mag de band niet scheeflopen. Voor de afstelwerkzaamheden zie de
beschrijving van paragraaf 4.6.10.
Controleer of de slijpafvalbak geleegd moet worden.
-
6.3.
Bediening
Verwijder bij inspannen van rechthoekige of vierkante buisprofiel de V-vormige
-
zijplaten van de buisklem. Maak eventueel gebruik van een vulblokje voor het
handhaven van de juiste harthoogte van het buisprofiel. Zie ook paragraaf
4.6.3.
Zet het buisprofiel goed vast in de buisklem.
-
Stel de juiste hoek in. Zet de klem goed vast.
-
Breng het buisprofiel midden voor de slijprol.
-
Start de machine. Druk hiertoe op de groene drukknop van de motorschakelaar.
-
Beweeg het buisprofiel naar de slijprol toe t.b.v. het uitslijpen. Hierbij mag de
-
uitslijpbreedte niet buiten de schuurband komen.
Voor het identiek uitslijpen van buisprofielen met dezelfde doorsnede en lengte
-
afmetingen kan gebruik gemaakt worden van aanslagen. Zie hiervoor paragraaf
4.6.5.
Na het uitslijpen van het buisprofiel kan het deze afgebraamd worden op de
-
ontbraamtafel aan de bovenzijde van de machine. Open hiertoe de bovenklep.
Stop de machine. Druk hiertoe op de rode drukknop van de motorschakelaar.
-
ALMI Machinefabriek B.V., Vriezenveen
Doc.nr.: 100287-HB-12 AL100U-02 NL
Revisie en revisiedatum: 0-28-02-2005
Pagina 21 van 24