Controlepunten, onderhoud en problemen oplossen
8. Controlepunten, onderhoud en problemen oplossen
Als u tot nog toe geen problemen hebt gehad, kunt u nu aan de slag met
Voordat u begint, moet u de voorbereidende controlepunten in dit hoofdstuk lezen.
Hier vindt u opmerkingen over het onderhoud en kunt u informatie over probleemoplossing raadplegen.
Controlelijst vóór ingebruikname
LET OP
Schakel de stroom uit voordat u de bekabeling aanpast of de eenheid hanteert.
Nee
Categorie
1
Elektriciteit
2
3
4
5
6
7
Water
8
9
10
Installatie van
eenheid
11
66 Lucht-water-warmtepomp
Optie
Aarding
Zekeringsapparatuur
Aarding
Voeding
Bekabeling van aansluitblok
Druk bij watervulling
Ontluchting
Omloopklep
Inspectie van onderdelen
Lekkend koelmiddel
Afvoerbehandeling
Controlepunt
• Alle schakelaars die contactpunten voor verschillende polen hebben,
dienen degelijk te zijn bekabeld volgens de landelijke wetgeving.
• Dit mag uitsluitend door een bevoegd persoon worden uitgevoerd.
• De bekabeling en plaatselijk aangeschafte elektrische onderdelen
dienen te voldoen aan de Europese en landelijke normen.
• De bekabeling dient overeen te komen met het bekabelingsschema
dat bij de eenheid is meegeleverd.
• Plaats een aardlekschakelaar van 30 mA.
• De eenheid dient te zijn geaard. Maak geen aarding via een gas- of
waterleiding, een metalen gedeelte van een gebouw, een
overspanningsbeveiliging, etc.
• Gebruik een vast aangewezen stroomkabel.
• De aansluitingen op het aansluitblok (in de eenheid) dienen te
worden aangedraaid.
• Nadat de eenheid is gevuld met water, moet de drukmeter (aan de
voorzijde) 2,0~2,5 bar aangeven. Deze mag niet meer dan 3,0 bar
aangeven.
• Terwijl de eenheid wordt gevuld met water, dient deze te worden
ontlucht via de daarvoor bestemde opening.
• Als er geen water naar buiten spuit wanneer u het topje aan de
bovenkant indrukt, is de ontluchting nog niet voltooid. De eenheid is
goed ontlucht als water als een fontein naar buiten spuit.
• Wees voorzichtig wanneer u de ontluchting test. U kunt nat worden
door het spuitende water.
• U dient een omloopklep te plaatsen en in te stellen om te zorgen dat
er voldoende water stroomt. Als de doorstroomhoeveelheid te laag
is, kan een drukschakelaarfout (CH14) optreden.
• In de eenheid mogen zich geen beschadigde onderdelen bevinden.
• Lekkend koelmiddel is nadelig voor de prestaties. Als er sprake is
van een lekkage, neemt u contact op met een erkende airco-
installateur van LG.
• Tijdens de koeling kan gecondenseerde dauw op de bodem van de
eenheid terechtkomen. In dit geval bereidt u de afvoerbehandeling
voor (bijvoorbeeld met een vat voor het opvangen van de
gecondenseerde dauw) om te voorkomen dat water gaat druppelen.
.