Internetservices - Xerox CopyCentre C118 Handleiding Voor De Gebruiker
Verberg thumbnails
Zie ook voor CopyCentre C118:
- Handleiding (2 pagina's) ,
- Referentiehandleiding (123 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
9 Instellingen
• PJL - PJL-opdrachten zijn vereist wanneer wordt afgedrukt met gebruik van de
printerdriver. Geef [Inschakelen] of [Uitschakelen] op voor de PJL-opdrachten die
vanaf de pc worden verzonden.
• Time-out verbinding - hiermee kunt u de time-out voor de verbinding opgeven
wanneer het ontvangen of verzenden van gegevens van het apparaat mislukt. Deze
time-out kan worden ingesteld op 2 t/m 3600 seconden, in stappen van 1 seconde.
• Poortnr. - geef het poortnummer 9100 op of voer een waarde tussen 8000 en
9999 in.
• TBCP-filter – geef hier [Inschakelen] of [Uitschakelen] op voor het TBCP-filter
tijdens de verwerking van Postscript-gegevens.
UPnP
Wordt gebruikt om UPnP (Universal Plug and Play) in te stellen.
• Poortstatus - kies [Inschakelen] of [Uitschakelen] om de poortstatus van UPnP in of
uit te schakelen.
SNMP
Wordt gebruikt om SNMP in te stellen. De instellingen voor SNMP zijn vereist wanneer
applicaties voor extern beheer van twee of meer printers worden gebruikt.
• Poortstatus - kies [Inschakelen] of [Uitschakelen] om de poortstatus van SNMP in of
uit te schakelen.
• Transportprotocol - geef het transportprotocol op dat voor SNMP moet worden
gebruikt. Selecteer [UDP], [IPX], of beide.
• Gebruikersgroep (L)
van de "manage information on base" (MIB) van de printer. Gebruik hiervoor niet
meer dan 12 tekens.
• Gebruikersgroep (L/S)
configureren van de "manage information on base" (MIB) van de printer. Gebruik
hiervoor niet meer dan 12 tekens.
• Gebruikersgroep (trap)
gebruik niet meer dan 12 tekens voor de naam.
TCP/IP-instellingen
• IP-adres verkrijgen – geef op of de benodigde informatie voor gebruik van TCP/IP
(IP-adres, subnetmasker en gateway-adres) automatisch of handmatig verkregen
moet worden van de DHCP-server (Dynamic Host Configuration Protocol) met de
toepassing AutoIP, DHCP-server, BOOTP, of RARP. Vraag uw getrainde operateur
om hulp bij het handmatig instellen van adressen.
• IP-adres, Subnetmasker, Gateway-adres – deze opties worden gebruikt om
automatisch verkregen adressen of handmatig ingestelde adressen te bevestigen.
Voer adressen in de notatie xxx.xxx.xxx.xxx. in. xxx ligt binnen het bereik 0 t/m 255.
Internetservices
154
*1
– voer een naam in voor de gebruikersgroep voor het ophalen
*1
– voer een naam in voor de gebruikersgroep voor het
*1
– voer een naam in voor de gebruikersgroep voor trap;
Xerox CopyCentre/WorkCentre 118 Handleiding voor de gebruiker
Advertenties
Inhoudsopgave
