Laadcontrolelamp
Als de lamp gaat branden tijdens de bediening:
- Controleer de aandrijfriem van de dynamo en stel deze af zoals
beschreven onder het onderhoudspunt. Zie pagina 48.
- Als de laadcontrolelamp blijft branden, dan kan dit worden veroorzaakt
door een dynamostoring of een storing in het elektrische systeem.
Motor stoppen
1.
Laat de motor zonder belasting enkele minuten draaien wanneer deze
continu heeft gedraaid onder zware belasting.
2.
Stop de motor met de stopknop of de contactsleutel (afhankelijk van het
model). Houd de stopknop ingedrukt tot de motor volledig gestopt is.
3.
Zet de bedieningssschakelaar in stand "0".
4.
Motoren met accuhoofdschakelaar: Schakel de spanning uit met behulp
van de accuhoofdschakelaar.
N.B.:
10 incorrecte motorstops zorgen voor een koppelreductie (70%
van de brandstofhoeveelheid). Om de motor te resetten, dient de
motor eenmaal op de voorgeschreven manier uitgeschakeld te
worden.
Controles na draaien
- Controleer of de spanning onderbroken is via de accuhoofdschakelaar
en dat de bedieningsschakelaar in de stand "0" staat.
- Vul de brandstoftank. Zorg dat de vuldop en het gebied rond de
vulopening schoon zijn om verontreiniging van de brandstof te
voorkomen.
- Als de kans op bevriezing bestaat, moet het koelsysteem genoeg glycol
bevatten. Zie pagina 22 en 39.
- Bij temperaturen onder 0 °C: Bereid de volgende start voor door de
motorverwarming (indien hiermee uitgerust) aan te sluiten.
© Scania CV 2009
!
Belangrijk
De kans op schade aan de
turbocompressor en nakoken
van de koelvloeistof is aanwezig
wanneer de motor wordt
gestopt zonder koeling.
!
Belangrijk
De voeding mag niet worden
uitgeschakeld voordat de motor
is gestopt.
!
WAARSCHUWING
Blokkeer het startsysteem
wanneer er aan de motor wordt
gewerkt.
Als de motor per ongeluk wordt
gestart, dan bestaat een
AANZIENLIJK RISICO OP
LETSEL.
!
Belangrijk
Er moet koelvloeistof worden
bijgevuld wanneer de motor na
de eerste start wordt gestopt.
27