1. Dagelijks:
OLIEPEIL CONTROLEREN
N.B.:
Vóór het controleren van het oliepeil: Zorg dat de motor
minimaal 1 minuut uitgeschakeld is.
- Het oliepeil is correct als dit tussen de markeringen op de peilstok staat.
Vul olie bij wanneer het oliepeil op de onderste markering op de
peilstok staat.
- Zie pagina 20 voor de juiste oliespecificatie.
Oliepeil tijdens werking controleren
Bij sommige motoren kan het oliepeil tijdens de werking gecontroleerd
worden.
- Verwijder de olievuldop om de druk in het carter af te laten.
- Controleer het peil op de peilstok. Correct oliepeil: 10 mm boven de
markering Min. of onder de markering Max.
2. Elke 400 uur:
Olie verversen
N.B.:
Als de motor wordt gebruikt onder veeleisende omstandigheden,
met name in een stoffige omgeving of als de afzettingen in de
centrifugaalreiniger dikker dan 20 mm zijn: olie frequenter
verversen.
- Draai de olieplug los en tap de olie af bij een hete motor.
- Bij bepaalde motoren wordt de olie naar buiten gepompt m.b.v. een
lenspomp.
- Maak de magneet op de plug schoon.
- Breng de olieplug aan.
- Vul olie bij.
- Controleer het peil op de oliepeilstok.
Draag werkhandschoenen en
!
WAARSCHUWING
De olie kan heet zijn.
een veiligheidsbril.
© Scania CV 2009
Max.
Max. 40 dm
Min. 35 dm
3
1 dm
= 1 liter
Help het milieu te
beschermen!
Gebruik een opvangbak om
morsen bij het verversen van de
olie te voorkomen. Voer
gebruikte olie af bij een
goedgekeurd
afvalverwerkingsbedrijf.
Min.
3
3
31