Onderhoud
Opmerking:
Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.
VOORZICHTIG
Als u het sleuteltje in het contact laat, bestaat de kans dat iemand de motor per ongeluk start
waardoor u en andere omstanders ernstig letsel kunnen oplopen.
Verwijder het sleuteltje uit het contact voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de
machine.
Veiligheid bij onderhoud
•
Doe het volgende voordat u de machine gaat
afstellen, schoonmaken of repareren:
– Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak.
– Zet de gashendel op laag stationair.
– Werktuig neerlaten.
– Zorg dat de tracie in neutraal staat.
– Stel de parkeerrem in werking.
– Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het
contact.
Aanbevolen onderhoudsschema
Onderhoudsinterval
Na de eerste 8 bedrijfsuren
Bij elk gebruik of dagelijks
Om de 100 bedrijfsuren
Om de 200 bedrijfsuren
Om de 300 bedrijfsuren
Om de 400 bedrijfsuren
Om de 800 bedrijfsuren
Belangrijk:
Raadpleeg de Gebruikershandleiding van de motor voor verdere onderhoudsprocedures.
Onderhoudsprocedure
• Wielmoeren aandraaien.
• De motorolie verversen.
• Motoroliefilter vervangen.
• Hydraulische vloeistof verversen en filters vervangen.
• Het motoroliepeil controleren.
• Het peil van de hydraulische vloeistof controleren.
• Controleer de bandenspanning.
• Veiligheidssysteem controleren.
• Hydraulische slangen en leidingen controleren.
• Controleer en reinig de machine.
• Wielmoeren aandraaien.
• De machine smeren.
• De motorolie verversen (vaker in extreem stoffige of vuile werkomgevingen).
• Motoroliefilter vervangen (vaker in extreem stoffige of vuile werkomgevingen).
• Onderhoud uitvoeren aan de bougies.
• Controleer de aansluitingen van de accukabels.
• Vervang het luchtfilter (vaker in stoffige omstandigheden).
• Vervang het filter van de koolstofhouder.
• De klepspeling controleren en afstellen.
• De klepzitting reinigen en leppen.
• Hydraulische vloeistof verversen en filters vervangen.
• Brandstoffilter vervangen.
– Wacht totdat alle bewegende onderdelen tot
stilstand zijn gekomen.
– Laat de onderdelen van de machine afkoelen
voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
•
Voer indien mogelijk geen onderhoudswerkzaam-
heden uit als de motor draait. Blijf uit de buurt van
bewegende onderdelen.
•
Plaats de machine of onderdelen ervan op
assteunen indien dit nodig is.
•
Haal voorzichtig de druk van onderdelen met
opgeslagen energie.
30