6.2 Expansievat
6.3 Verwarmingssystemen met kunststof leidingen
18
H(m)
Installatieweerstand
De cv-installatie moet voorzien worden van een expansievat. Het expansievat dat wordt
toegepast moet afgestemd zijn op de waterinhoud van de installatie. De voordruk is
afhankelijk van de installatiehoogte boven het gemonteerde expansievat. Zie tabel 6.2.a.
installatiehoogte boven
het expansievat
5 m
10 m
15 m
keuze expansievat
Het expansievat moet zo dicht mogelijk in de retour bij de ketel aangesloten
worden.
Bij het aansluiten of het toepassen van kunststof leidingen (vloer- en/of wandverwarming)
of leidingdelen (radiatoraansluitingen, verdeeleenheden), moet men er rekening mee
houden dat de toegepaste kunststof leidingen voldoen aan:
-
DIN 4726 t/m 4729 (geen hogere zuurstofdoorlatendheid dan 0,1 g/m3.d bij 40°C)
of
-
Nationale BRL 5606 van KIWA (geen hogere zuurstofdoorlatendheid dan 0,18 g/m2.d
bij 80°C)
Zorg ervoor dat een systeem met kunststofleidingen goed ontlucht wordt en blijft.
Indien het systeem niet voldoet aan een van deze normen, moet het deel met
kunststof leidingen gescheiden worden van de Combiketel door middel van een
platenwisselaar.
9
8
7
80%
6
5
4
60%
3
2
1
0
0
0,50
0,75
1,00
1,25
1,50
Q(m³/h)
voordruk van het
expansievat
0,5 bar
1,0 bar
1,5 bar
grafiek 6.1.a
tabel 6.2.a