Elk van deze versnijdingen stelt bepaalde eisen aan de messen voor een optimale
versnipperefficiëntie:
B) Bij de secundaire versnijding is het de bedoeling om de snip-
pers zo snel mogelijk uit de versnipperkamer te later verdwijnen.
Dus moeten de snippers snel gereduceerd worden tot ze klein
genoeg zijn om door de mazen van de callibratiezeef te kun-
nen vallen. Elk contact met de snijdzone van één van de messen
dient er dus voor te zorgen dat de snippers kleiner worden. Dus
hoe scherper de volledige actieve snijkant van de messen, hoe
efficiënter het versnipperen verloopt. Regelmatig slijpen van de
snede is dus een noodzaak.
De vertanding op de snede zorgt er voor dat de snijdkracht van
de messen verhoogt en de snede langer scherp blijft. Het is dus
belangrijk bij het onderhoud van de messen nooit de vertanding
weg te slijpen. (Zie 11.4.2 Slijpen van de messen.)
Voor een alternerend hakbeeld bij de primaire versnijding en voor een juiste omloop van de
snippers in de snipperkamer bij de secundaire versnijding, is de plaatsing van de messen op de
messenas heel specifiek gekozen. U dient er dan ook steeds voor te zorgen dat, bij het omkeren
(omdraaien) of vervangen van de messen, u de oorspronkelijke opstelling respecteert.
(Zie § 11.4.3.2 waarin de regels worden toegelicht.)
A) Voor de primaire versnijding is vooral de mestop van
belang. Daar de messen hier fungeren als splijtmessen is de
snijhoek essentieel omdat deze de wig vormt die zich door
het hout klieft. De snijhoek van de messnede is bij voorkeur
30°. Hoe scherper de aanvalszone, hoe minder weerstand bij
het splitten en hoe kleiner de slagimpact op de structuur. Dat
zorgt voor gevoelig minder trillingen en lawaai. Dat komt ook
de belasting op de messenas en de lagering ten goede. Om de
optimale snijdhoek aan te houden, dienen de messen regel-
matig geslepen te worden. (Zie 11.4.2 Slijpen van de messen.)
Anderzijds is de vorm van de mestop van cruciaal belang
voor het rendement en de snelheid van deze primaire ver-
snijding. De hoek van de mestop bepaalt de mate waarin het
hout in de versnipperkamer naar binnen wordt getrokken. Is
deze hoek door slijtage afgerond, dan dienen de messen om-
gedraaid dan wel vervangen te worden. (Zie 11.4.3.2 Draaien
en vervangen van de messen.)
49