Draadinsteker
Met de ingebouwde draadinsteker kunt u de draad snel en
gemakkelijk in de naald steken.
De naald moet in de hoogste positie staan om de ingebouwde
draadinsteker te kunnen gebruiken. Draai het handwiel naar u
toe totdat de naald in de hoogste positie staat. Het wordt ook
aangeraden om de naaivoet omlaag te brengen.
1. Gebruik de hendel (A) aan de linkerkant van de naaikop
om de draadinsteker helemaal naar beneden te trekken.
De naald wordt bedekt door de metalen flenzen. Een klein
haakje gaat door het oog van de naald heen (B).
2. Houd de hendel van de draadinsteker omlaag (C).
3. Breng de draad vanaf de rechterkant over de draadgeleider
(D) en onder het haakje (E).
4. Laat de hendel van de draadinsteker (F) voorzichtig los. Het
haakje trekt de draad door het oog van de naald en vormt
een lus achter de naald. Trek de draadlus er achter de naald
uit.
5. Breng de naaivoet omhoog en leg de draad eronder.
6. Trek de draad ongeveer 10 cm verder dan het oog van de
naald. Dit voorkomt dat de draad uit de naald schiet wan-
neer u begint te naaien.
Opmerking: De draadinsteker is ontworpen voor naalddikte
70-110. U kunt de draadinsteker niet gebruiken bij naalden
van maat 60 of dunner of tweelingnaalden. Er zijn ook enkele
optionele accessoires waarbij u de draad met de hand moet
insteken. Wanneer u de draad handmatig in de naald steekt,
zorg er dan voor dat de draad van voor naar achter door de
naald wordt gestoken.
Inrijgen - Tips en hints
Er zijn tegenwoordig veel garens te koop die zijn ontwikkeld
voor verschillende doeleinden. De kwaliteit en de structuur van
het garen, maar ook de vorm en de grootte van het garenklosje
kunnen het gedrag van de draad beïnvloeden. Garens kunnen
zich ook anders gedragen als het garenklosje vol of bijna leeg
is.
Als u problemen ondervindt, probeer dan de onderstaande tips
en hints.
Opmerking: Maak altijd eerst een proeflapje om het naairesul-
taat te controleren.
Als het garenklosje omhoog wordt getrokken op de
garenpen
Als het garen op het klosje bijna op is, kan de draad vast bli-
jven zitten op de rand van het garenklosje en het klosje omhoog
trekken op de garenpen. Plaats een garenschijfje op het garenk-
losje om dit op zijn plaats te houden. Gebruik altijd een garen-
A
C
F
schijfje dat iets groter is dan het garenklosje om te voorkomen
dat de draad vastloopt. De platte zijde van de garenschijf moet
stevig tegen het klosje worden gedrukt. Er mag geen ruimte
tussen de garenschijf en de klos zitten.
Als het garen omlaag schuift op het staande garenk-
losje
Als het garen van een kwaliteit is die makkelijk afrolt en
omlaag glijdt op het staande garenklosje, kan het onder het
garenklosje vast komen te zitten om de garenpen en afbreken.
Plaats de grote garenschijf op de garenpen met de platte kant
omhoog voordat u de garenklos plaatst.
Als het garenklosje dezelfde diameter heeft als de grote garen-
schijf, plaats dan een garennetje van onderaf over het klosje
voordat u het op de garenpen plaatst.
B
E
D
Voorbereidingen – 1 9