Inhoudsopgave
Advertenties
Naairichting veranderen
Om de naairichting te veranderen, stopt u de machine. Druk
op de Naaldstoptoets om de positie Naald omhoog/omlaag te
activeren. De naald wordt omlaag gebracht in de stof.
Breng de naaivoet omhoog.
Toets Naald omhoog/omlaag
Draai de stof om de naald om de naairichting naar wens te
veranderen. Breng de naaivoet omlaag en naai verder in de
nieuwe richting.
Stoppen met naaien
Houd de achteruitnaaitoets ingedrukt en naai enkele steken
achteruit aan het einde van de naad. Zo wordt de naad vast-
gezet, zodat de steken niet uitrafelen.
Draai het handwiel naar u toe om de naald in de hoogste positie
Achteruitnaaitoets
te brengen. Breng de naaivoet omhoog en verwijder de stof,
waarbij u de draden naar achteren trekt.
Trek de draden omhoog en in de draadafsnijder. zodat de dra-
den op de juiste lengte worden afgesneden en de draad niet uit
de naald raakt wanneer u de volgende naad start.
Opmerking: Uw machine kan alleen rechte steek en zigzagsteek
- 1-001 tot 1-003, 1-008 en 1-010 tot 1-012 achteruit naaien.
Naaien en afwerken
De naai-/afwerksteek naait de naad en werkt tegelijkertijd de
randen af. De techniek naaien/afwerken is perfect voor het naa-
ien van geribbelde boorden en manchetten. Uw machine heeft
een aantal verschillende steken voor naaien/afwerken. Werkt de
randen van de stof af om rafelen te voorkomen en zorgt ervoor
dat de randen plat blijven. Het is eenvoudiger om de randen af
te werken voordat u het kledingstuk in elkaar naait.
38 – N aaien
Advertenties
Inhoudsopgave
