6. Draai de stelschroef aan de linkerkant van de snijplaat
rechtsom tot u de afstandsring met enige weerstand
tussen de messenkooi en de snijplaat kan schuiven.
7. Ga terug naar de rechterkant en stel zo nodig af om
een lichte weerstand te verkrijgen op de afstandsring
tussen hetzelfde mes en de snijplaat.
8. Herhaal stap 6 en 7 tot de afstandsring met enige
weerstand door de beide tussenruimten kan worden
geschoven. De tussenruimte met één klikstand
verkleinen moet aan beide kanten voorkomen dat de
afstandsring ertussen past. De snijplaat is nu evenwijdig
met de messenkooi.
Opmerking: Deze procedure is niet dagelijks nodig,
maar wel na slijpen of demontage.
9. Draai de beide stelschroeven van de snijplaat één
klikstand rechtsom vanuit deze afstelling (d.w.z. terwijl
de stelschroeven één klikstand vaster staan en de
afstandsring niet past).
Opmerking: Elke klikstand beweegt de snijplaat
0,022 mm Draai de stelschroeven niet te vast.
10. Test de maaiprestaties door een lange strook
maaitestpapier (Toro onderdeelnummer 125-5610)
tussen de snijplaat en de messenkooi te steken,
loodrecht op de snijplaat
messenkooi traag naar voren. Het papier moet
gesneden worden.
Figuur 18
Opmerking: Als het contact tussen snijplaat en
messenkooi te zwaar wordt, moet u de messen van het
maaidek wetten of slijpen om de scherpe snijranden te
krijgen die nodig zijn om met grote precisie te kunnen
maaien.
Achterrol afstellen
1. Zet de beugels van de achterrol
gewenste maaihoogte door de vereiste hoeveelheid
afstandsstukken onder de montageflens op de zijplaat
te plaatsen
(Figuur
(Figuur
18). Draai de
(Figuur
19) op de
19) volgens de maaihoogtetabel.
1. Afstandsstuk
2. Beugel van rol
2. Breng de achterkant van het maaidek omhoog en plaats
een blok onder de snijplaat.
3. Verwijder de 2 moeren waarmee de beugels van
beide rollen en het afstandsstuk zijn bevestigd aan de
montageflens van beide snijplaten.
4. Verwijder de rol en de schroeven uit de montageflenzen
van de zijplaat en de afstandsstukken.
5. Plaats de afstandsstukken op de schroeven van de
beugels van de rol.
6. Zet de beugel van de rol en afstandsstukken weer
vast aan de onderkant van de montageflenzen met de
schroeven die u eerder hebt verwijderd.
7. Controleer of het contact tussen snijplaat en
messenkooi correct is. Kantel de machine zodat u bij
de voor- en achterrol en de snijplaat kunt komen.
Opmerking: De stand van de achterrol ten
opzichte van de messenkooi wordt bepaald door de
bewerkingstolerantie van de gemonteerde onderdelen
en evenwijdig stellen is niet nodig. U kunt de stand
enigszins bijstellen door het maaidek op een vlakke
plaat te plaatsen en de tapbouten van de zijplaat los
te draaien
(Figuur
ze vast. Draai de tapbouten vast met een torsie van
27-36 Nm.
1. Tapbouten voor montage van zijplaat
13
Figuur 19
3. Montageflens van zijplaat
20). Verstel de tapbouten en draai
Figuur 20
g020552