114 Een verbinding maken
.
3
Kies in Select network (Netwerk selecteren) het WLAN-netwerk
waarmee u een verbinding wilt maken.
4.
Selecteer in Network type (Netwerktype) Internet en klik op
Connect (Verbinding maken).
Als u een verbinding maakt met een beveiligd netwerk verschijnt de
vraag of u de WEP Key (WEP-sleutel) wilt invoeren. Voer de WEP Key
(WEP-sleutel) in en klik op Done (Gereed).
Het pictogram Wi-Fi in de titelbalk op het scherm geeft aan of u verbonden
met het Wi-Fi-netwerk. Zie "Statusindicatoren" in hoofdstuk 1 voor meer
informatie over statuspictogrammen.
Opmerkingen
•
•
•
Een nieuwe Wi-Fi-verbinding maken
Als de gewenste Wi-Fi-verbinding niet in de lijst voorkomt, kunt u een
nieuwe Wi-Fi-verbinding maken.
1.
Klik in het beginscherm op Start > Settings (Instellingen) >
Connections (Verbindingen) > WLAN Settings (WLAN-instellingen)
> Wi-Fi > New (Nieuw).
2.
Geef bij Network name (Netwerknaam) en Network type
(Netwerktype) de gegevens van de verbinding op en klik op Next
(Volgende).
Opmerking Als u alleen een directe verbinding met een ander apparaat of een andere
Wi-Fi maakt verbinding met het standaardnetwerk dat op uw telefoon
beschikbaar is. Als de telefoon echter geen WiFi-signaal kan vinden, wordt
standaard GPRS gestart.
Klik in Comm Manager op Settings (Instellingen) > WLAN Settings (WLAN-
instellingen) > Connection Status (Verbindingsstatus) om voor elk Wi-Fi-
kanaal de status en signaalsterkte op dat moment te bekijken.
Geef in de configuratie van de telefoon op dat de Wi-Fi-functie automatisch
wordt uitgeschakeld als geen signaal wordt gedetecteerd. Op deze
manier spaart u batterijvermogen. Klik in Comm Manager op Setttings
(Instellingen) > WLAN Settings (WLAN-instellingen) > Wi-Fi > Menu >
Wi-Fi Settings (Wi-Fi-instellingen).
computer wilt maken en niet met een netwerk via een toegangspunt,
schakelt u de optie This is a device to device (ad-hoc) connection (Dit is
een apparaat-naar-apparaat verbinding (tijdelijke verbinding)) in.