38 Telefoonfuncties
2.1 De telefoon gebruiken
Met uw telefoon kunt u spraakoproepen starten, ontvangen en bijhouden,
en SMS-berichten (Short Message Service) en MMS-berichten (Multimedia
Messaging Service) verzenden.
Het scherm Phone (Telefoon)
Vanuit het scherm Phone (Telefoon) kunt een contactpersoon openen,
oproepen of zoeken, of een nieuw nummer in de lijst met contactpersonen
opslaan. Als u het scherm Phone (Telefoon) wilt openen, gaat u op een van
de volgende manieren te werk:
•
Druk op (
•
Voer het telefoonnummer in door de toetsen op het toetsenblok in te
drukken.
Uw PIN-code opgeven
De meeste SIM-kaarten (Subscriber Identity Module) zijn beveiligd met een
PIN-code (Personal Identification Number) die door de serviceprovider is
ingesteld. Als u de telefoon wilt gebruiken, moet u altijd eerst de PIN-code
invoeren.
•
Voer uw PIN-code van de SIM-kaart in en klik vervolgens op Done
(Gereed).
Opmerking Als u drie keer een onjuiste PIN-code invoert, wordt de SIM-kaart
U kunt de PIN-code van de SIM-kaart wijzigen door te klikken op Start >
Settings (Instellingen) > Security (Beveiliging) > Change SIM PIN (SIM
PIN-code wijzigen).
Beltonen instellen
U kunt instellen op welke manier u wordt gewaarschuwd voor inkomende
oproepen, herinneringen, nieuwe berichten, enzovoort.
Een beltoon voor inkomende oproepen instellen
1.
Klik in het beginscherm op Start > Settings (Instellingen) > Sounds
(Geluiden).
).
geblokkeerd. Als dit gebeurt, kunt u de SIM-kaart deblokkeren
met behulp van de PUK-code (PIN Unblocking Key) die u van uw
serviceprovider hebt ontvangen.