Figuur 23
Peil van de hydraulische vloeistof (niet-TC-modellen)
1. Dop
2. Peilstok
Figuur 24
Peil van de hydraulische vloeistof (niet-TC-modellen met
het optionele hydraulische systeem met hoge stroming of
TC-modellen)
1. Dop
2. Peilstok
2.
3.
4.
5.
g024249
Het koelvloeistofpeil controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
3. Vulbuis
Type koelvloeistof: een 50/50 verhouding van water
en permanente ethyleenglycol-antivries
1.
g024250
3. Vulbuis
28
Verwijder de dop van de vulbuis en neem de
peilstok uit de vulbuis; veeg de peilstok af met
een doek
(Figuur 23
en
Steek de peilstok in de vulbuis. Verwijder deze
daarna en controleer het vloeistofpeil
en
Figuur
24).
•
Niet-TC-modellen: het vloeistofpeil moet
zich tussen de twee onderste inkepingen op
de peilstok bevinden.
•
Niet-TC-modellen met het optionele
hydraulische systeem met hoge stroming
of TC-modellen: het vloeistofpeil moet zich
tussen de twee bovenste inkepingen op de
peilstok bevinden.
Als het peil te laag is, vul het reservoir dan bij
met de gespecificeerde hydraulische vloeistof
totdat het peil midden tussen de inkepingen op
de peilstok reikt
(Figuur 23
Plaats de peilstok terug in de vulbuis en plaats
de dop terug
(Figuur 23
Controleer het koelvloeistofpeil
alleen bij de reservetank. Verwijder
de radiateurdop niet. (Controleer
het koelvloeistofpeil voordat de
motor voor het eerst wordt gestart,
en vervolgens dagelijks.)
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak.
VOORZICHTIG
Als de motor heeft gelopen, kan de
hete koelvloeistof, die onder druk staat,
ontsnappen indien de radiateurdop
wordt verwijderd. Dit kan brandwonden
veroorzaken.
• Open de radiateurdop niet.
• Laat de motor minstens 15 minuten
afkoelen of totdat de radiateurdop
zover is afgekoeld dat u deze kunt
aanraken zonder uw hand te branden.
• Gebruik een doek als u de dop van
de reservetank verwijdert en draai de
dop langzaam open om de stoom te
laten ontsnappen.
• Controleer het koelvloeistofpeil niet
bij de radiateur, maar uitsluitend bij
de reservetank.
Figuur
24).
(Figuur 23
en
Figuur
24).
en
Figuur
24).