Inhoudsopgave
Advertenties
5.5. Problemen oplossen
Storing
Het apparaat kan niet
opstarten
De ventilator draait niet
Lage verwarmingsprestaties
Te veel lawaai van de water-
pomp, of geen waterstroom
wanneer de waterpomp draait
Te hoge compressor
uitlaatdruk
Te lage zuigdruk
Apparaat kan niet goed
ontdooien
Het volgende verschijnsel is mogelijk geen probleem van de unit zelf. Roep de hulp in van een professional.
Nummer
1
2
Oorzaak
1. Geen stroomvoorziening
2. Zekering is defect of
stroomonderbreker is uitge-
schakeld
3. Er is een soort beveiliging
actief
4.De bedrading zit los
5. Compressor valt uit
1. Draad van ventilatormotor
los
2. Defecte ventilatormotor
1. De lamellen van de spoel zijn
erg vuil
2. Luchtinlaat is geblokkeerd
3. Onvoldoende koelmiddel
1. Gebrek aan water in het
watersysteem
2. Er zit lucht in het watersys-
teem
3. Kleppen in het watersysteem
zijn niet volledig geopend
4. Waterfilter is vuil of verstopt
1. Te veel koelmiddel
2. Er zit lucht in het koelsys-
teem
3. Ontoereikend waterdebiet
4. Te hoge watertemperatuur
1. Filter droger is verstopt
2. Elektronisch expansieven-
tiel wordt niet geopend
3. Lekkage van koelmiddel
1. Storing spoeltemperatuur
sensor
2. Luchtinlaat/uitlaat is ge-
blokkeerd
Storing
Het toestel draait niet
Lage capaciteit
1. Controleer de stroomvoorziening
2. Controleer of het een open circuit is of dat de motorspoel geaard is. Vervang
dan een zekering en reset de zekering, controleer of het circuit stabiel is en of de
verbinding goed is.
3. Controleer welke beveiliging actief is en wis de beveiliging, start het toestel
vervolgens opnieuw op.
4. Controleer de draadverbinding en draai de schroeven op het klemmenblok
vast
5. Een compressor vervangen
1. Controleer de draadverbindingen.
2. Vervang de ventilatormotor.
1. Reinig de verdampers
2. Verwijder elk voorwerp dat de luchtcirculatie van het toestel blokkeert.
3. Controleer het toestel op lekkage en repareer het indien nodig. Voer alle koel-
middel af en vul de unit opnieuw met de juiste hoeveelheid.
1. Controleer de watervulling. Vul het systeem met voldoende water.
2. Ontluchten.
3. Controleer of alle kleppen volledig geopend zijn.
4. Maak het waterfilter schoon
1.Voer alle koelmiddel af en vul de unit opnieuw met de juiste hoeveelheid.
2. Voer alle koelmiddel af en vul de unit opnieuw met de juiste hoeveelheid.
3. Controleer het waterdebiet van het systeem. Gebruik zo nodig een grotere
pomp om het waterdebiet te verhogen.
4. Controleer de waarde van de watertemperatuur sensor, om er zeker van te zijn
dat hij goed werkt.
1. Plaats een nieuwe
2. Repareren of vervangen
3. Controleer het toestel op lekkage en repareer het indien nodig. Voer alle koel-
middel af en vul de unit opnieuw met de juiste hoeveelheid.
1. Controleer de positie en de waarde van de spoeltemperatuur sensor. Indien
nodig vervangen.
2. Verwijder elk voorwerp dat de luchtcirculatie van het toestel blokkeert. Maak
de verdamperspoel af en toe schoon.
Wanneer de unit opnieuw opstart, zal de compressor 3 minuten later starten
(beveiliging van de compressor zelf), controleer dan of de stroomonderbreker is
losgekoppeld, en of er normale voeding is voor de bedrade controller.
Controleer of de luchtinlaat of -uitlaat in de buitenunit niet geblokkeerd is; con-
troleer of de ingestelde temperatuur niet te hoog is in de koelmodus, of te laag
in de verwarmingsmodus.
Oplossing
Oplossing
CUBE HP SOLO M
|
69
Advertenties
Inhoudsopgave
