Systeem 13: Zonne-energiesysteem met boiler met gelaagdheid via vaste brandstofketel
Sensors
GND
R4
1
2
3
4
5
6
7
8
10
2
2
2
2
2
S1
R2
S3
R1
Relais
S6
S7
9
R3
R2
11
N
N
3
S4
R3
S5
S2
doorstromingsrichting
Durchflussrichtung
in stroomloze toestand
im stromlosen Zustand
Sensoren
S1
Temperatuur collector
S2
Temperatuur boiler
L
onder
N
S3
Temperatuur boiler
boven
R1
L
S4
Temperatuur ketel met
N
N
vaste brandstof
S5
Temperatuur boiler -
3
3
3
vaste brandstofketel
Netz
S6
vrij
Mains
De regelaar vergelijkt de temperatuur bij de temperatuursensor S1 met de tem-
peraturen bij S2 en S3. Als de gemeten temperatuurverschillen groter zijn de inge-
stelde waarde voor de inschakeltemperatuurverschillen, dan wordt de pomp (R1)
in bedrijf gesteld en via de klep (R2) wordt het betreffende boilergedeelte tot
aan de ingestelde gewenste resp. maximumtemperatuur van de boiler geladen. De
voorrangslogica zorgt ervoor dat het bovenste gedeelte van de boiler eerst wordt
geladen.
Via een andere temperatuurverschilfunctie (S4 warmtebron / S5 warmteput) wordt
een naverwarming van de boiler door een vaste brandstofketel via een andere
pomp gerealiseerd (R3).
Hydraulische variant 1
Relais
R1
Zonnepomp
1 / GND
2 / GND
R2
Klep zonne-energie
R3
Laadpomp vaste brand-
3 / GND
stofketel
R4
vrij
4 / GND
5 / GND
S6
Hydraulische variant 2
R1 / N / PE
R2 / N / PE
R3 / N / PE
R4 / R4
23