Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Instelling > Kalibratie - Navman TRACKFISH 6500 Installatie- En Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

17-11 Instelling > Kalibratie
Druk een of meerdere keren op
, totdat het Instellings- menu wordt
weergegeven en selecteer dan Kalibreren:
Snelheid
Dit kalibreert de snelheid van een
logwielsensor die op de TRACKFISH is
aangesloten. Kalibratie kan nodig zijn omdat
verschillende rompvormen verschillende
stromingskarakteristieken hebben. Zorg voor
een precieze meting van de boots snelheid
d.m.v. een GPS-ontvanger, of door een andere
boot te volgen die op een bekende snelheid
vaart, of door de vaartijd over een bekende
afstand te registreren.
Opmerking: voor precieze kalibratie:
Dient de snelheid van een GPS-ontvanger
grote dan 5 knopen te zijn.
Dient de snelheid van een andere
logwieltransducer tussen de 5 en 20
knopen te zijn.
Worden de beste resultaten bereikt onder
kalme condities wanneer er minimale
stroming is (tijdens hoog of laag water).
Kalibratie van snelheid:
1
Vaar op een constante, bekende snelheid.
2
Selecteer Snelheid in het Kalibratiemenu.
3
Druk op
of
snelheid naar de ware waarde te
veranderen.
4
Druk op
.
Snelheidsfilter
Golven en wind zorgen ervoor dat de
bootsnelheid van de logwieltransducer
enigszins fluctueert. Voor stabiele aflezingen
zal de TRACKFISH deze waarden berekenen
door verschillende metingen te doen en
TRACKFISH 6500 Installatie- en bedieningshandleiding
om de weergegeven
hiervan het gemiddelde te nemen. Stel het
snelheidsfilter in op de laagste waarde die nog
stabiele aflezingen geeft. Het bereik is 1 tot 30
seconden en Uit (0).
Temperatuur
De fabrieksinstelling zou voldoende
moeten zijn voor normaal gebruik. Om de
temperatuuraflezing te kalibreren, dient eerst
de watertemperatuur te worden gemeten
met een goed functionerende thermometer.
Gebruik de cursortoetsen om het tempera-
tuuraflezingsvenster weer te geven en verhoog
of verlaag de waarde dan in overeenstemming
met de gemeten temperatuur. De temperatuur
kan worden ingesteld van 0° tot 37,7°C (32° tot
99,9°F) met een dichtheid van 0,1° eenheid.Om
de eenheden te veranderen in ºF (Fahrenheit)
of °C (Celsius), zie paragraaf 17-9.
Temperatuurfilter
Waterturbulentie en -stroming zorgen ervoor
dat de watertemperatuur enigszins fluctueert.
Voor stabiele aflezingen zal de TRACKFISH
deze waarden berekenen door verschillende
metingen te doen en hiervan het gemiddelde
te nemen. Stel het snelheidsfilter in op de
laagste waarde die nog stabiele aflezingen
geeft. Het bereik is 1 tot 30 seconden en Uit (0).
Brandstof
Zie paragraaf 17-5, Kalibratie.
Kielafstand
Een dieptetransducer meet dieptes onder de
plaats waar de transducer is bevestigd op de
boot, gewoonlijk op de bodem van de boot. De
TRACKFISH berekent de weer te geven dieptes
door de kielafstand toe te voegen aan alle
gemeten dieptes.
A Een kielafstand van nul geeft dieptes weer
onder de transducer.
B
Een positieve kielafstand vergroot
de weergegeven diepte. Voer, om
bijvoorbeeld de totale diepte onder het
oppervlak weer te geven, de diepte van de
transducer onder het oppervlak in.
C Voer een negatieve kielafstand in om de
weergegeven diepte te verkleinen. Voer,
om bijvoorbeeld de ruimte tussen het
NAVMAN
69

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave