Inhoudsopgave
Advertenties
5. Vermijd ophoping van ijs en sneeuw
onder het spatbord.
De ophoping van ijs en sneeuw onder
het spatbord kan het sturen
bemoeilijken. Wanneer u in een koude
winter rijdt, moet u de auto regelmatig
aan de kant zetten om te controleren of
er zich ijs en sneeuw onder het spatbord
heeft opgehoopt.
6. Het wordt aanbevolen om
verschillende noodzakelijke
noodgereedschappen of voorwerpen
mee te nemen in overeenstemming
met verschillende
wegomstandigheden.
Het is raadzaam om sneeuwkettingen,
ruitenkrabber, zakken zand en zout,
alarmlicht, een schep en aansluitkabels
in het voertuig te hebben.
Bestuurders-
assistentie
•
Op basis van conventionele
cruisecontrol is het adaptieve
cruisecontrolsysteem (ACC)
ontworpen om de snelheid van het
voertuig actief te regelen voor
automatische opvolging tijdens het
cruisen. Dit gebeurt via een voorste
mmWave-radar en een multi-purpose
camera die de afstand en snelheid
van het voertuig ten opzichte van het
voertuig voor u detecteert. Het
systeem schakelt tussen normale
cruisecontrol en adaptieve
cruisecontrol, afhankelijk van of er
een voertuig voor u rijdt.
•
De cruisecontrolknop wordt gebruikt
om de cruisesnelheid en de
voortgang tussen dit voertuig en het
doelvoertuig in te stellen. De snelheid
van de cruisecontrol kan worden
ingesteld binnen een bereik van 30
tot 150 km/u, of een vaste afstand tot
de voorligger kan worden ingesteld
om met snelheden tussen 0 en 150
km/u te cruisen.
Beschrijving van de werktoestand
•
Adaptieve cruisecontrol in stand-by:
• Nadat het systeem is ingeschakeld,
staat het standaard in de stand-
bymodus en kan het worden
geactiveerd via de actieve werking
van de driver. Het is echter ook
mogelijk dat het voertuig niet
voldoet aan de voorwaarden voor
activering. In dit geval moet de
bestuurder het voertuig actief
controleren om te zorgen dat het
aan de activeringsvoorwaarden
voldoet.
wordt vervolgens
weergegeven op het
instrumentenpaneel
(cruisesnelheid is variabel).
•
Adaptieve cruisecontrol geactiveerd:
• Het systeem bevindt zich in een
normale werkende staat. Het
voertuig kan met een vaste
snelheid rijden of automatisch de
afstand van het doelvoertuig voor
de auto aanpassen voor stabiel
volgen.
wordt vervolgens
weergegeven op het
instrumentenpaneel
(cruisesnelheid is variabel).
•
Status van de versnelling van de
cruisecontrol:
• Wanneer ACC is geactiveerd, kan
de bestuurder het gaspedaal
indrukken om te versnellen en
stopt de ACC met werken totdat de
bestuurder het pedaal loslaat.
•
Storing in adaptieve cruisecontrol:
• ACC faalt en kan niet reageren op
activiteiten. De ACC-
foutstatusindicator
instrumentenpaneel licht op. Het
wordt aanbevolen om contact op te
nemen met een door BYD erkende
dealer of garage.
04
op het
111
Advertenties
Inhoudsopgave
