Instellingen van beeld- en fotokwaliteit
De witbalans fijn afstellen
U kunt de witbalans fijn instellen als u de gewenste tint niet krijgt met de gewone
witbalans.
1
Selecteer de witbalans en druk vervolgens op
2
Druk op
3
/
4
/
•
U kunt ook een fijnere afstelling maken door de grafiek van
de witbalans aan te raken.
2 : A (AMBER: ORANJE)
1 : B (BLAUW: BLAUWACHTIG)
3 : G (GROEN: GROENACHTIG)
4 : M (MAGENTA: ROODACHTIG)
•
Door op [DISP.] te drukken, wordt de positie opnieuw op het midden gezet.
3
Op [MENU/SET] drukken.
•
Als u de witbalans fijn instelt op [A] (amber), zal de icoon van de witbalans op het beeldscherm
oranje worden. Als u de witbalans fijn instelt op [B] (blauw), zal de icoon van de witbalans o het
beeldscherm blauw worden.
•
Als u de witbalans fijn instelt op [G] (groen) of op [M] (magenta), zal [_] (groen) of [`]
(magenta) naast de icoon van de witbalans op het beeldscherm verschijnen.
•
De instelling voor het nauwkeurig afstellen van de witbalans wordt door het beeld gebruikt
wanneer u de flits gebruikt.
•
U kunt de witbalans onafhankelijk nauwkeurig afstellen voor elke witbalansfunctie.
•
De fijnafstelling van de witbalans blijft ook opgeslagen als u de camera uitzet.
•
Het niveau van de fijne afstelling van de witbalans keert terug naar de standaard instelling
(middenpunt) in de volgende gevallen.
–
Als u de witbalans reset in [
–
Als u de kleurtemperatuur handmatigreset in [
2
/
1
om de witbalans fijn in te stellen.
] of [
1
2
4
.
]
]
137
G G G G G G
A A A A A A
B B B B B B B
M M M M M M