Instellingen van beeld- en fotokwaliteit
Wanneer de aspectratio [16:9] is.
Instellingen
[L] (12M)
[
M] (6M)
[
S] (2M)
•
Als [Ex. tele conv.]
(P211)
iedere beeldverhouding, met uitzondering van [L].
•
Het beeldformaat zal vast op [S] gezet worden als [Burstsnelh.] op [SH] gezet is.
In deze gevallen niet beschikbaar:
•
Niet beschikbaar met [Panorama-opname] in de Scene Guide modus.
Instellen van de beeldcompressieverhouding [Kwaliteit]
Toepasbare modussen:
De compressiesnelheid instellen waarop de beelden opgeslagen moeten worden.
[MENU] > [Opname]>[Kwaliteit]
Instellingen
Bestandsformaat
[A]
JPEG
[›]
[
]
RAWiJPEG
[
]
[
]
RAW
¢1 Als u een RAW-bestand uit de camera verwijdert, wordt het bijbehorende JPEG-beeld ook
verwijderd.
¢2 Deze is vastgesteld op maximum opneembare pixels ([L]) voor de aspect ratio van elk beeld.
Beeldformaat
4592k2584
3232k1824
1920k1080
ingesteld is, wordt [
Een JPEG-beeld waarin prioriteit aan de beeldkwaliteit
gegeven werd.
Een JPEG-beeld met standaard beeldkwaliteit.
Dit is nuttig voor het veranderen van het aantal opnames
zonder het aantal pixels te verhogen.
U kunt gelijktijdig een RAW-beeld en een JPEG-beeld
opnemen ([A] of [›]).
U kunt alleen RAW-beelden opnemen.
Wanneer de aspectratio [1:1] is.
Instellingen
[L] (11.5M)
[
M] (6M)
[
S] (3M)
] weergegeven op de beeldgroottes van
Beschrijving van instellingen
¢1
140
Beeldformaat
3424k3424
2416k2416
1712k1712
¢2