9
Werking interface & software
De multimeters hebben een Bluetooth® interface en kunnen
daarmee worden aangesloten op een PC, smartphone
(Android™) of tablet (Android).
De apparaten kunnen ook worden uitgerust met een USB-inter-
face via de optioneel verkrijgbare USB-voedingsmodule (zie zie
"Toebehoren (sensoren, stekkerinzetstukken, adapter, verbruiksma-
teriaal)" op blz. 3). Het apparaat kan niet alleen worden gevoed
met de USB-interface (zie hoofdst. 5.2 op blz. 12), maar kan ook
worden aangesloten op een pc. De Bluetooth®- en USB-aanslui-
ting zijn gescheiden van elkaar en kunnen tegelijkertijd worden
gebruikt.
9.1
Bluetooth®
Het ontvangende apparaat moet Bluetooth®-functionaliteit heb-
ben of een aangesloten Bluetooth®-adapter met de volgende
technische minimumvereisten: Bluetooth 4.2 + EDR, Klasse 2.
De volgende Bluetooth®-adapters voor communicatie tussen
METRAHIT IM XTRA BT / METRAHIT IM E-DRIVE BTen PC zijn
reeds met succes getest: Belkin F8T016NG, LOGI LINK BT0007
und SITECOM CN-524 V2 001.
De interface activeren/deactiveren
Opmerking
Bluetooth® blijft ge(de)activeerd, ook nadat het apparaat
is in-/uitgeschakeld.
➭ Druk op de toets MENU.
➭ Druk op de softkey General Setup.
➭ Kies met de cursor
➭ Gebruik de cursor
om naar het submenu te gaan.
➭ Kies met de cursor
➭ Bevestig de gekozen parameter met de toets OK.
➭ Wijzig de selectie "ON, OFF" met de cursortoetsen
➭ Bevestig de wijziging met de toets OK.
> General Setup
MENU
Bluetooth
3×
ESC
Interfaceparameters instellen
Om de Bluetooth®-verbinding te beveiligen, is er een PIN-code.
Deze moet worden ingevoerd in de remote terminal bij het tot
stand brengen van de verbinding.
Standaard PIN = 1234
Opmerking
Wij raden u aan een individuele PIN voor het apparaat te
gebruiken, zodat derden geen toegang hebben tot uw
apparaten en gegevens.
➭ Druk op de toets MENU.
➭ Druk op de softkey General Setup.
➭ Kies met de cursor
➭ Gebruik de cursor
om naar het submenu te gaan.
➭ Kies met de cursor
➭ Bevestig de gekozen parameter met de toets OK.
➭ Wijzig het betreffende getal met de cursortoetsen
➭ Bevestig de wijziging met de toets OK.
Gossen Metrawatt GmbH
het menu Interface.
de parameter Bluetooth.
Memory
Interface
On, Off
OK
OK
het menu Interface.
de parameter PIN.
> General Setup
MENU
Een Bluetooth
Maak verbinding met uw PC, smartphone (Android) of tablet
(Android) op de voor het systeem gebruikelijke manier. Lees hier-
voor de documentatie van uw apparaat.
De volgende instructies worden beschreven als voorbeeld voor
een PC met het besturingssysteem Microsoft® Windows® 10.
➭ Activeer Bluetooth® op het apparaat. Zie hoofdst. 9.1 op blz.
57.
➭ Open het Windows® Start menu.
➭ Klik op Settings (Instellingen).
Het dialoogvenster Windows Settings (Windows Instellingen)
wordt geopend.
➭ Klik op de button Devices (Apparaten).
De dialoog Devices (Apparaten) opent met het subvenster Blue-
tooth and other devices (Bluetooth en andere apparaten).
➭ Klik in Windows® in de dialoog Bluetooth and other devices
(Bluetooth en andere apparaten) op de button Add Bluetooth and
other devices (Bluetooth- of ander apparaat toevoegen).
Het dialoogvenster Add a device (Een apparaat toevoegen) wordt
geopend.
➭ Klik op de button Bluetooth.
Er wordt gezocht naar Bluetooth®-apparaten. Na enige tijd
verschijnt het apparaat.
Opmerking
Als u meerdere multimeters hebt, zorg er dan voor dat de
verbinding met de juiste multimeter wordt gemaakt!
De naam van het apparaat helpt u bij de eenduidige iden-
.
tificatie, zie hoofdst. 6.8 op blz. 16.
➭ Klik op het apparaat.
U wordt verzocht de PIN van het apparaat in te voeren.
➭ Voer de PIN in. Kijk voor informatie over de PIN in hoofdst. 9.1
op blz. 57.
➭ Klik op de button Connect (Verbinding maken).
De verbinding wordt tot stand gebracht en bevestigd door
een bericht.
➭ Klik op de button Finish (Klaar).
De apparaten zijn met elkaar verbonden.
9.2
USB
Opmerking
Systeemvoorwaarden:
Voor een veilig gebruik met voeding vanuit de pc advise-
ren wij een USB 3.0 of BCP (Battery Charging Port) aan-
sluiting.
Voor rechtstreekse voeding vanuit het hoofdnet advise-
ren wij een USB-voedingseenheid met een uitgangs-
stroom van minstens 1,5 A.
De multimeter kan optioneel met behulp van de USB-voedings-
module worden aangesloten op een pc, zie "USB-voedingsmo-
dule" op blz. 12. De verbinding met een pc wordt aangegeven
met een pictogram dat hierop wijst, zie "Symbole van het digitale
display" op blz. 9.
De volgende software kan worden gebruikt via de USB-interface:
•
Data Reader, zie "METRAHIT IM Data Reader (PC)" op blz. 58
.
•
Sequence Manager, zie "Sequence Manager: Software voor
testsequenties" op blz. 59
Memory
PIN
1234
OK
3×
ESC
-verbinding tot stand brengen
®
Interface
OK
57