Figuur 107
1. Opening van vulplug
(planeetwielkast)
2.
Plaats de vulplug en de controleplug.
3.
Veeg de planeetwiel- en remkast schoon
108).
Figuur 108
4.
Herhaal stappen
planeetwielaandrijving verwijderen (bladz. 68)
en stappen
1
tot en met
voor de planeetwiel- en remeenheid aan de
andere kant van de machine.
Het oliepeil van de achteras
controleren
Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren
De achteras is in de fabriek gevuld met SAE 85-140
tandwielolie. U moet echter het oliepeil controleren
voordat u de machine voor de eerste keer in gebruik
neemt, en daarna om de 400 bedrijfsuren. De
capaciteit bedraagt 2,4 liter. Controleer elke dag op
lekkage.
2. Vulplug
1
tot en met
7
in
De olie uit de
3
in deze procedure
1.
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak,
laat de maai-eenheden zakken, stel de
parkeerrem in werking, zet de motor af en
verwijder het sleuteltje.
2.
Verwijder de controleplug van één uiteinde van
de as
aan de onderkant van de opening komt. Indien
het peil te laag staat, verwijdert u de vulplug
(Figuur
het peil de onderkant van de openingen van de
controleplug bereikt.
g225610
(Figuur
1. Controleplug
Vervangen van de olie van
de achteras
Onderhoudsinterval: Na de eerste 200 bedrijfsuren
Om de 800 bedrijfsuren
g225607
1.
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak,
laat de maai-eenheden zakken, stel de
parkeerrem in werking, zet de motor af en
verwijder het sleuteltje.
2.
Reinig de omgeving van de drie aftappluggen, 1
aan elke kant en 1 in het midden
1. Aftappluggen
69
(Figuur
109) en controleer of de olie tot
109) en vult u voldoende olie bij totdat
Figuur 109
2. Vulplug
Figuur 110
g009716
(Figuur
110).
g009717