6
Inbedrijfstelling
6.3.1
Positie van het drijfwerk controleren
Bij iedere scheiding van het draagframe en de voorraadbak moet bij de monta-
ge de positie van het drijfwerk worden gecontroleerd.
De aandrijftap [1] van het roerwerk moet precies in het midden van de opening in
de bodem staan. Als dat niet het geval is, kan dat door verschuiven van de over-
brenging in de desbetreffende richting worden gecorrigeerd. De bevestigingsga-
ten van de overbrenging/het frame zijn daarvoor als slobgaten uitgevoerd.
1
Afb. 6.3:
Let op de rechte stand van de overbrenging in het draagframe.
Afb. 6.4:
30
Aandrijftap centreren
Controleren of het drijfwerk goed zit
AANWIJZING
1