Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Installatie; Aarding; Apparatuur Spoelen Voor Gebruik; Doseerventiel Monteren - Graco iQ Series Instructies

Inhoudsopgave

Advertenties

Installatie

Installatie

Aarding

De apparatuur moet worden geaard om het risico op
statische vonken en elektrische schokken te beperken.
Elektrische of statische vonken kunnen tot gevolg hebben
dat dampen ontbranden of ontploffen. Een onjuiste aarding
kan elektrische schokken veroorzaken. Aarding biedt de
elektrische stroom een ontsnappingsdraad.
Hieronder worden de minimumeisen vermeld die aan een
standaarddoseersysteem worden gesteld. Het specifieke
systeem dat wordt gebruikt, kan andere apparatuur of
objecten bevatten die moeten worden geaard. Controleer
ter plaatse geldende elektrische voorschriften voor
gedetailleerde aardingsinstructies.
Doseerventiel: aard deze door aansluiting op een goed
geaarde vloeistofslang en pomp. Bij verwarmde ventielen
moet u de stekker van de kabelboom (AA) op de connector
op het verwarmde ventiel aansluiten. Controleer of pen 8
op de verwarmde slangconnector op een correcte aarding
is aangesloten. Zie Bedradingsschema's op pagina 52.
Pomp: zie de handleiding van uw pomp.
Vloeistofslangen: gebruik alleen elektrisch geleidende
slangen met een gezamenlijke slanglengte van maximaal
30,5 meter (100 ft), om de continuïteit van de aarding te
waarborgen. Controleer de elektrische weerstand van
de lucht- en vloeistofslangen minstens één keer per
week. Als de totale weerstand op de massa meer dan
25 megaohm is, vervang de slang dan onmiddellijk.
Gebruik een meter die de weerstand op dit niveau
kan meten.
Vloeistoftoevoerreservoir: neem de ter plekke geldende
voorschriften in acht.
Emmers met oplosmiddel bij het spoelen: neem de
ter plekke geldende voorschriften in acht. Gebruik alleen
geleidende metalen emmers; plaats ze op een geaarde
ondergrond. Plaats de emmer niet op een niet-geleidende
ondergrond, zoals papier of karton, aangezien de continuïteit
van de aarding dan wordt onderbroken.
Voor een doorlopende aarding bij het spoelen of bij het
ontlasten van de druk moet u een metalen gedeelte van
het doseerventiel stevig tegen een geaarde metalen emmer
houden en dan pas het doseerventiel inschakelen.
14
Apparatuur spoelen
voor gebruik
De apparatuur is getest met lichte minerale olie, die in de
vloeistofdoorgangen is achtergebleven om de onderdelen
te beschermen. Voorkom dat de vloeistof met olie wordt
vervuild door de apparatuur voor het eerste gebruik met
een geschikt oplosmiddel te spoelen.

Doseerventiel monteren

De doseerventielen hebben meerdere configuraties voor
de bevestigingsgaten. Zie Afmetingen en montage op
pagina 49. Zie Technische specificaties op pagina 54.
1.
Controleer het doseerventiel op transportschade.
Als er schade is, meld dit dan onmiddellijk bij het
transportbedrijf.
2.
Installeer compatibele toebehoren. Zie Toebehoren
op pagina 45 voor een lijst van toebehoren en
installatie-instructies.
3.
Bevestig het doseerventiel met behulp van inbusbouten
stevig aan de montagebevestiging.
4.
Sluit de luchtleidingen aan op het doseerventiel:
Gebruik alleen luchtfittingen die geschikt zijn voor
gebruik met een temperatuur gelijk aan of hoger dan
de werktemperatuur van het vloeistofdoseersysteem.
Luchtfittingen die alleen geschikt zijn voor gebruik bij
een lagere temperatuur kunnen smelten en schade
veroorzaken aan het doseerventiel.
a.
Bij ventielen met een spoel (J) gemonteerd op het
luchtgedeelte (B) moet de luchttoevoerleiding op
de luchtfitting (A) worden aangesloten. Zie A
op pagina 8.
LET OP
3A7809G
. 1
FB

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave