Drukontlastingsprocedure
Drukontlastingsprocedure
Voer de Drukontlastingsprocedure altijd uit wanneer
u dit symbool ziet.
Deze apparatuur blijft onder druk staan totdat de druk
handmatig wordt ontlast. Voorkom ernstig letsel door
vloeistof onder druk, zoals injectie door de huid,
opspattende vloeistof en bewegende onderdelen, door
de drukontlastingsprocedure uit te voeren wanneer u
stopt met spuiten en voordat u de apparatuur reinigt,
controleert of er onderhoud aan uitvoert.
Deze procedure beschrijft hoe u de druk van het
doseerventiel kunt ontlasten. Raadpleeg de handleiding van
het aanvoersysteem voor instructies over het ontlasten van
de druk van het volledige systeem.
1.
Draai de vloeistoftoevoer dicht.
2.
Laat het doseerventiel werken terwijl het in een
afvalcontainer is gericht, zodat de vloeistofdruk
wordt ontlast.
3.
Haal alle luchtdruk uit de luchtleidingen door
het luchtventiel met ontluchting af te sluiten.
4.
Wanneer het wordt verwarmd, schakel dan de
stroomtoevoer naar het doseerventiel uit.
5.
Als de tip van het ventiel of de vloeistofslang
verstopt zit of als de druk niet volledig ontlast is
nadat u de bovenstaande stappen hebt gevolgd,
draai de NPT-inlaatfitting van de applicator van
de vloeistofbehuizing of de eindkoppeling van
de slang HEEL LANGZAAM los en ontlast zo de
druk geleidelijk; draai vervolgens helemaal los.
Verwijder de verstopping uit de slang of de spuittip.
16
3A7809G