Systeemwaardes
De volgende Systeemwaardes kunnen voor functie-ingangsvariabelen en CAN- en DL-uitgangen als
bron worden gekozen:
•
Algemeen
•
Tijd
•
Datum
•
Zon
Systeemwaardes „Algemeen"
Deze systeemwaardes kunnen - bij een betreffende programmering – in een bewaking van het
regelsysteem te voorzien.
•
Regelaarstart
•
Sensorfout ingang
•
Sensorfout CAN
•
Sensorfout DL
•
Netwerkfout CAN
•
Netwerkfout DL
Regelaarstart genereert 40 seconden na het inschakelen van het apparaat cq. een reset een 20
seconden lange impuls en dient als bewaking van starts van de regelaar (bv. na stroomuitval) in de
datalogging. Hiervoor dient de intervaltijd in de datalogging op 10 seconden ingesteld te zijn.
Sensorfout en netwerkfout zijn globale digitale waardes (Nee/Ja) zonder betrekking op de foutstatus
van een bepaalde sensor cq. netwerkingang.
Heeft een van de sensoren of netwerkingangen een fout, dan wijzigt de betreffende groepsstatus van
„Nee" naar „Ja
Systeemwaardes „Tijd"
•
Seconde (van de lopende kloktijd)
•
Minuut (der lopende kloktijd)
•
Uur (der lopende kloktijd)
•
Seconden-impuls
•
Minuten-impuls
•
Uur-impuls
•
Zomertijd (digitale waarde UIT/AAN)
•
Tijd (hh:mm)
De „impuls"-waardes" genereren een impuls per tijdseenheid.
Programmering met TAPPS2 / Systeemwaardes
Systeemwaardes „Datum"
•
Dag
•
Maand
•
Jaar (zonder eeuwwaarde)
•
Weekdag (beginnend met maandag)
•
Kalenderweek
•
Dag van het jaar
•
Dagimpuls
•
Maandimpuls
•
Jaarimpuls
•
Weekimpuls
35