Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Inbedrijfstelling; Voorbereidingen Bij Inbedrijfstelling; Testmodus; Kalibratie - Carrier 39HXC Series Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor 39HXC Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

6 - INBEDRIJFSTELLING

6.1 - Voorbereidingen bij inbedrijfstelling

Voor de inbedrijfstelling van de unit, moet u ervoor zorgen dat de elektrische bekabeling conform het schema en volgens de regels is
uitgevoerd. De hydraulische en luchtcircuits moeten conform en bedrijfsklaar zijn.
Als deze verschillende handelingen zijn uitgevoerd, moet het document "Aankondiging montagevoltooiing" worden ingevuld en minimaal
15 dagen vóór de verwachte datum van inbedrijfstelling naar uw regionale agent worden gestuurd. Wanneer uw agent dit document
niet heeft ontvangen wordt geen enkele actie ondernomen.
Indien de inbedrijfstelling niet mogelijk is doordat instructies uit de aankondiging van de montagevoltooiing niet zijn opgevolgd, kunnen
extra kosten in rekening worden gebracht tegen het geldende tarief.

6.2 - Testmodus

In de testmodus kan de installateur de verschillende uitgangen van de automaat afzonderlijk testen. In deze modus is er geen beheer
van storingen.
Als het display is losgemaakt, blijft de forcering actief en kan schade aan de apparatuur ontstaan. Deze modus is alleen toegankelijk
op niveau 3.
FORCERINGEN ZIJN ALTIJD DE VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE GEBRUIKER
ALLE VEILIGHEDEN ZIJN INACTIEF
Voor toegang tot de testmodus moet P99 eerst op neen worden ingesteld om de unit stil te leggen.
Ga daarna naar het testmenu en zet P3500 (forcering bevestigen) = ja.
Kies de uitgang voor de forcering door de aan/uit-uitgangen op "aan" te zetten of door het gewenste percentage voor de analoge
uitgangen in te stellen.
LET OP: De laatst in dit menu uitgevoerde instellingen blijven na het verlaten van de testmodus bewaard in het geheugen.
Het wordt sterk aanbevolen om op het einde van de testen alle uitgangen weer op "uit" of op 0% in te stellen om ongewenste
forceringen te voorkomen wanneer u de testmodus later opnieuw inschakelt.
Om terug te keren naar de normale werking, regel P3500 = neen, en dan P99 = ja.

6.3 - Kalibratie

In het menu "Kalibratie" kan een verschuiving tussen een gelezen waarde en een gemeten waarde worden gecorrigeerd.
Er kan een verschil van +- 5°K worden toegevoegd aan de waarden die worden gelezen door de temperatuursensoren,
+/- 200 ppm op de waarden die zijn gelezen door de CO
De druksensoren worden gekalibreerd met behulp van een wizard: in het menu kalibratie, als de parameter van de te kalibreren sensor
"ja" is, dan wordt de gemeten waarde opgeslagen en gebruikt las offset. De aangepaste waarde wordt dan gelijk aan 0.
Voor het kalibreren van de druksensoren moet de unit zijn gestopt en moet het luchtdebiet nul zijn. Het wordt ook aanbevolen om de
verbindingsslangen tijdelijk los te maken van de druksensor.
-sensor.
2
45

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave