Inhoudsopgave
Advertenties
7 - STORINGEN
Als de automaat een probleem detecteert, activeert hij een storing.
7.1 - Type storingen
De storingen kunnen van het type "onderhoud" of "gevaar" zijn.
"Onderhoud"-storingen geven informatie aan de gebruiker over een slecht functioneren van de unit maar zonder directe consequenties
(bijvoorbeeld een vervuild filter). Na het verhelpen van het probleem kunnen zij gereset worden.
"Gevaar"-storingen zijn problemen die het functioneren van de unit verhinderen waardoor deze direct stopt (of na naventilatie). Het
probleem moet worden opgelost voordat de unit opnieuw kan opstarten. Zij kunnen worden opgeheven als de unit gestopt is en de
storing is verdwenen.
"Onderhoud"-storingen kunnen worden ingesteld als "gevaar"-storing met behulp van de parameters P600 t/m P653. "Gevaar"-storingen
kunnen echter, vanwege hun ernst, niet worden ingesteld als "onderhoud"-storing.
7.2 - Storingsrelais
De automaat bevat een storingoverzichtrelais van het type "onderhoud" en het type "gevaar". Deze relais zijn van het type
250 Vac / 1 A. Ze worden geactiveerd wanneer er minstens één "onderhoud" of "gevaar" storing aanwezig is.
Hun werkingsrichting is instelbaar (P880 en P881).
7.3 - Storingsgeheugen
De automaat bewaart de laatste 100 storingen en de datum en de tijd waarop deze storingen zijn opgetreden. Het betreft hier het
menu "storingsgeheugen". Dit geheugen kan niet worden gewist.
7.4 - Lijst van de storingen
Nr. Omschrijving van de storing
1
Onderbreking voeding
2
Brandveiligheid
4
Vorstbeveiliging
11
EC-motor pulsie
31 EC-motor extractie
48 Ondergrens luchtdebiet toevoer
49 Ondergrens luchtdebiet afzuiging
52 Pulsiefilter 1 vervuild
53 Pulsiefilter 1 verstopt
58 Extractiefilter 1 vervuild
59 Extractiefilter 1 verstopt
62 Storing druksensor pulsiefilter
63 Storing druksensor extractiefilter
65 Warmtewiel
66 Terugwinunit bevroren
71 Thermostaat veiligheid elektrische batterij
80 Druk in pulsiekanaal te laag
81 Druk in pulsiekanaal te hoog
82 Temperatuur uitblaaslucht te laag
46
Storingsniveau
Nr. Omschrijving van de storing
-
83 Temperatuur uitblaaslucht te hoog
Gevaar
84 Temperatuur retour te laag
85 Temperatuur retour te hoog
Gevaar
86 Ruimtetemperatuur te laag
Gevaar
87 Ruimtetemperatuur te hoog
Gevaar
90 Temperatuursensor verse lucht
Gevaar
91 Temperatuursensor uitblaaslucht
Gevaar
Onderhoud
92 Temperatuursensor retour
Gevaar
93 Temperatuursensor buitenlucht
Onderhoud
94 Druksensor pulsiedebiet
Gevaar
95 Druksensor extractiedebiet
141 Communicatieverlies uitgangstemperatuuropn.
Gevaar
wisselaar pulsiekant
Gevaar
150 Geen communicatie meer met de Th-Tune
Onderhoud
151 Batterijpompstoring 1
Gevaar
152 Batterijpompstoring 2
Onderhoud
153 Storing druksensor terugwinunit
Onderhoud
154 Storing sensor uitblaaslucht extra kast
Onderhoud
155 Druk in extractiekanaal te laag
Onderhoud
156 Druk in extractiekanaal te hoog
Storingsniveau
Onderhoud
Onderhoud
Onderhoud
Onderhoud
Onderhoud
Gevaar
Gevaar
Gevaar
Onderhoud
Gevaar
Gevaar
Onderhoud
Onderhoud
Onderhoud
Onderhoud
Gevaar
Gevaar
Onderhoud
Onderhoud
Advertenties
Inhoudsopgave
