PRODUCTOVERZICHT
FUNCTIE VAN DE BELANG-
RIJKSTE ONDERDELEN
Naam van het onder-
deel
Brandstoffilter
Brandstofpomp
Brandstofinjectiepomp
(indien aanwezig)
Vulopening motorolie
Oliefilter
Vulopening van de keer-
koppeling
Koelsysteem
Circulatiepomp voor
gesloten koelsysteem
Zeewaterpomp
Vuldop koelvloeistof
Expansievat koelvloeistof
Oliekoeler - Motor
Oliekoeler - Keer-
koppeling (optioneel)
Turbo (indien aanwezig)
Intercooler (indien
aanwezig)
Inlaatdemper (luchtfilter-
element)
20
Functie
Verwijdert vuil en water uit de brandstof. Draineer het filter periodiek. Het filterele-
ment moet periodiek worden vervangen. De waterafscheider (indien aanwezig)
moet periodiek worden afgetapt. Zie Brandstoffilter/waterafscheider aftappen -
70.
Pompt brandstof van de tank naar het brandstofinjectiesysteem.
Dit is een handmatige brandstofpomp. Als u op de knop op de bovenkant van het
filter drukt, wordt er brandstof aangevoerd. De pomp wordt ook gebruikt om lucht
uit het brandstofsysteem te verwijderen.
Vulopening voor motorolie.
Filtert fijne metaaldeeltjes en koolstof uit de motorolie. De gefilterde motorolie
wordt verspreid over de bewegende delen van de motor. Het filter is een patroon-
achtig element en moet periodiek worden vervangen. Zie De motorolie en het
oliefilterelement vervangen - 75.
Vulopening voor smeerolie voor de keerkoppeling. Bevindt zich op de bovenkant
van de behuizing van de keerkoppeling.
Er zijn twee koelsystemen: een gesloten koelsysteem met koelvloeistof (zoet
water) en een koelsysteem met zeewater. De motor wordt gekoeld met het
gesloten koelcircuit. Het gesloten circuit wordt gekoeld door zeewater met behulp
van een warmtewisselaar. Het zeewater koelt ook de olie van de motor/keer-
koppeling en de inlaatlucht (op sommige modellen) via de koeler(s) in een open
circuit.
De centrifugale waterpomp circuleert koelvloeistof binnen de motor. De circula-
tiepomp wordt aangedreven met een V-riem.
Pompt zeewater van buiten het vaartuig naar de motor. De zeewaterpomp heeft
een tandwielaandrijving en een vervangbare rubberen rotor. Laat deze pomp nooit
draaien zonder zeewater, omdat de rotor dan beschadigd raakt.
Wanneer de temperatuur van de koelvloeistof stijgt, neemt de druk in het koel-
vloeistofreservoir toe en wordt de drukklep in de vuldop geopend. Wanneer de
drukklep in de vuldop opengaat, stroomt er heet water en stoom door een rubberen
slang naar het expansievat voor de koelvloeistof. Wanneer de motor afkoelt en de
druk in het expansievat voor de koelvloeistof daalt, gaat de vacuümklep in de
vuldop open en stroomt de koelvloeistof in het expansievat terug naar de watertank
via de leiding en de vuldop. Hierdoor wordt het verbruik van koelvloeistof zo veel
mogelijk beperkt.
De drukklep in de vuldop geeft damp af en heet water stroomt over naar het koel-
vloeistofexpansievat. Wanneer de motor stopt en de koelvloeistof afkoelt, neemt
de druk in de koelvloeistoftank af. De vacuümklep in de vuldop gaat open om water
terug te sturen vanuit het koelvloeitstofexpansievat. Hierdoor wordt het verbruik
van koelvloeistof zo veel mogelijk beperkt. Het peil van de koelvloeistof in het
gesloten koelsysteem kan eenvoudig worden gecontroleerd en in deze tank
worden bijgevuld.
Een warmtewisselaar die hete motorolie koelt met koelvloeistof.
Deze warmtewisselaar koelt de olie van de keerkoppeling (KMH4A) met zeewater.
De turbo zet de lucht die de motor binnenkomt onder druk. De turbo wordt aange-
dreven door een turbine die draait op uitlaatgas.
Met deze warmtewisselaar wordt de persinlaatlucht uit de turbo gekoeld met
zeewater om de hoeveelheid inlaatlucht te vergroten.
Met de inlaatdemper wordt de luchtinlaat beschermd tegen vuildeeltjes in de lucht
en wordt de inlaat stiller gemaakt.
Bedieningshandleiding voor de JH4-serie
© 2008 Yanmar Marine International