Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Motor Starten; Voor Het Starten Van De Motor - Yanmar JH4 Series Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

OPMERKING
Wanneer tijdens het draaien van de motor
een indicatielamp gaat branden, stop de
motor dan onmiddellijk. Stel vast wat de
oorzaak is en verhelp het probleem voordat
u de motor verder gebruikt.
Als het alarmvenster met alarmsignaal niet
correct wordt weergegeven en na 3
seconden uitgaat wanneer de tuimelscha-
kelaar in de stand AAN wordt gezet, moet u
contact opnemen met een erkende dealer of
distributeur van Yanmar Marine, zodat het
noodzakelijke onderhoud kan worden
verricht voordat u de motor opnieuw
gebruikt.
Let op de onderstaande omgevingsvoor-
waarden om de motorprestaties te
behouden en voortijdige slijtage van de
motor te voorkomen:
• Voorkom dat de motor onder zeer stoffige
omstandigheden moet draaien.
• Laat de motor niet draaien in de buurt van
chemische gassen of dampen.
• Laat de motor NOOIT lopen bij omge-
vingstemperaturen van meer dan +40°C
(+104°F) of minder dan -16°C (+5°F)
• Als de omgevingstemperatuur meer dan
+40°C (+104°F) is, kan de motor over-
verhit raken, waardoor de olie mogelijk
wordt afgebroken.
• Als de omgevingstemperatuur minder
dan -16°C (+5°F) is, zullen rubberen
onderdelen zoals pakkingen en afdich-
tingen hard worden, waardoor de motor
voortijdig slijt en beschadigd raakt.
• Neem contact op met een erkende
Yanmar Marine dealer of distributeur
wanneer de motor buiten de genoemde
temperatuurgrenzen zal worden gebruikt.
Laat NOOIT de startmotor draaien terwijl de
motor loopt. Hierdoor kan het rondsel en/of
de ringkrans van de startmotor beschadigd
raken.
Bedieningshandleiding voor de JH4-serie

DE MOTOR STARTEN

Voor het starten van de motor

1.
2.
3.
4.
5.
© 2008 Yanmar Marine International
MOTOR IN BEDRIJF
Open de zeewaterkraan (indien
aanwezig).
Open de brandstofkraan.
Zet de bedieningshendel van de
afstandsbediening op NEUTRAAL.
Opmerking: Door de veiligheids-
apparatuur is het onmogelijk de
motor te starten in een andere
positie dan NEUTRAAL.
(2)
(1)
Figuur 1
Zet de hoofdschakelaar van de accu
(indien aanwezig) op AAN.
Draai de contactsleutel naar AAN
(Figuur 1, (3)). Controleer of de indi-
catielampen op het instrumentenbord
branden en het alarm afgaat. Hiermee
wordt aangegeven dat de indicatie-
lampen en het alarm juist werken.
Opmerking: De alarmlamp voor de
koelvloeistoftemperatuur gaat
tijdens het opstarten niet branden.
(3)
(4)
0003622
45

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

3jh4e4jh4ae4jh4-te4jh4-hte

Inhoudsopgave