Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Menu 7.1.6 - Verwarming; Menu 7.1.8.1 - Alarmhandelingen - Nibe VVM S320 Handleiding Voor Installateur

Verberg thumbnails Zie ook voor VVM S320:
Inhoudsopgave

Advertenties

Handmatige snelheid: Als u hebt gekozen voor het handma-
tig regelen van de circulatiepompen verwarmingssysteem
stelt u de gewenste pompsnelheid tijdens zwembad verwar-
men hier in.
MENU 7.1.5 - BIJVERWARM.
Dit menu bevat submenu's waar u geavanceerde instellingen
voor de bijverwarming kunt invoeren.
MENU 7.1.5.1 - INT. ELEK. BIJVERW.
Max aangest. elek. verm.
Instelbereik: 7 / 9 kW
Max. ingest. elektrisch vermogen
Instelbereik 3x400V: 0 – 9 kW
Instelbereik 1x230V: 0 – 7 kW
Max. ingest. el. verm. (SG Ready)
Instelbereik 3x400V: 0 – 9 kW
Instelbereik 1x230V: 0 – 7 kW
Hier stelt u het max. elektrische vermogen voor de interne
elektrische bijverwarming in de VVM S320 in, tijdens normaal
bedrijf en in de overcapaciteitstand (SG Ready).
Als de elektrische bijverwarming van de warmtepomp is
omgeschakeld van 7 kW naar 9 kW, wordt dat ingesteld in
"Max aangest. elek. verm.".

MENU 7.1.6 - VERWARMING

Dit menu bevat submenu's waar u geavanceerde instellingen
voor de verwarming kunt invoeren.
MENU 7.1.6.1 - MAX. VERSCH. AANVOERTEMP.
Max. versch. compressor
Instelbereik: 1 – 25 °C
Max. versch. bijverwarming
Instelbereik: 1 – 24 °C
BT12 verschuiving warmtepomp 1
Instelbereik: -5 – 5 °C
Hier stelt u het maximaal toegestane verschil in tussen de
berekende en de actuele aanvoertemperatuur in het geval
van respectievelijk de compressor- of de bijverwarmingsmo-
dus. Het max. verschil bijverwarming kan nooit hoger zijn
dan het max. verschil compressor
Max. versch. compressor: Indien de huidige aanvoertempe-
ratuur hoger is dan de berekende aanvoer - en wel met het
ingestelde verschil - wordt de instelling graadminuten inge-
steld op 1. De compressor in de warmtepomp stopt als er
alleen een warmtevraag is.
Max. versch. bijverwarming: Indien "Bijverwarming" wordt
gekozen en geactiveerd in menu 4.1 en de actuele aanvoer-
temperatuur de berekende temperatuur met de ingestelde
waarde overstijgt, wordt de bijverwarming stopgezet.
NIBE VVM S320
BT12 verschuiving: Indien er een verschil is tussen de externe
aanvoertemperatuursensor (BT25) en condensorsensor,
aanvoer (BT12) kunt u hier een vaste verschuiving instellen
om het verschil te compenseren.
MENU 7.1.6.2 - FLOWINST., KLIMAATSYST.
Instelling
Opties: Radiator, Vloerverwarm., Rad. + vloerverw., Eigen
instelling
DOT
Instelbereik DOT: -40,0 – 20,0 °C
Delta T bij DOT
Instelbereik dT bij DOT 2,0 – 20,0
Hier wordt het type afgiftesysteem ingesteld waar de circu-
latiepomp verwarmingssysteem naartoe werkt.
dT bij DOT is het verschil in graden tussen aanvoer- en re-
tourtemperaturen bij de ontwerpbuitentemperatuur.
MENU 7.1.6.3 - VERMOGEN BIJ DOT
Handm. gesel. vermogen bij DOT
Instelbereik: aan/uit
Vermogen bij DOT
Instelbereik: 1 – 1 000 kW
Hier stelt u het vermogen in dat het pand nodig heeft bij
DOT (gedimensioneerde buitentemperatuur).
Als u ervoor kiest om "Handm. gesel. vermogen bij DOT" niet
te activeren, wordt de instelling automatisch verricht;
VVM S320 berekent geschikt vermogen bij DOT.
MENU 7.1.8 - ALARMEN
In dit menu kunt u instellingen invoeren voor de veiligheids-
maatregelen die VVM S320 uitvoert in geval van een storing.

MENU 7.1.8.1 - ALARMHANDELINGEN

Kamertemperatuur verlagen
Instelbereik: aan/uit
Stop produceren WW
Instelbereik: aan/uit
Audiosignaal op alarm
Instelbereik: aan/uit
Selecteer hier hoe u wilt dat de VVM S320 u waarschuwt
dat er een alarm op het display wordt weergegeven.
De verschillende alternatieven zijn dat de VVM S320 stopt
met het produceren van warmtapwater en/of de kamertem-
peratuur verlaagt.
Hoofdstuk 9 | Regeling – Menu's
55

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave