Stap 2
Instellen van het IPv4-adres van de sublijn(P. 133)
●
Geef de IPv4-adresinstellingen van <Instellingen IP-adres> op in <Instellingen sublijn>. Als u
statische routering gebruikt, stel dan ook een gateway-adres in.
Stap 3
Ethernet-instellingen doorvoeren(P. 135)
●
Stel dit in als u een bedraad LAN via een USB-LAN-adapter gebruikt voor de sublijn.
* Geef de vereiste instellingen op, afhankelijk van uw omgeving.
Stap 4
De firewall van de sublijn configureren(P. 305)
●
Registreer de poortnummers van de functies om te gebruiken/beperken in de
firewallinstellingen van de sublijn.
* Geef de vereiste instellingen op, afhankelijk van uw omgeving.
Stap 5
Statische routering instellen(P. 145)
●
Stel statische routering in wanneer u via een router verbinding maakt met een ander
netwerk.
* Geef de vereiste instellingen op, afhankelijk van uw omgeving.
Stap 6
Systeemdatacommunicatie configureren(P. 149)
●
Stel dit in wanneer u specifieke systeemdatacommunicatie uitvoert zoals toegang tot een
firmwaredistributieserver in omgevingen waar DNS-naamomzetting of
netwerkverbindingen via een proxy niet kan worden gebruikt.
* Geef de vereiste instellingen op, afhankelijk van uw omgeving.
Bijlage
*
*
*
*
597