LDAP-servergegevens registreren
1
Schakel het selectievakje in voor [LDAP-server gebruiken] en klik op [LDAP-serverbeheer...]
2
Klik op [Server toevoegen...].
3
Voer de LDAP-servergegevens in.
[Servernaam]
Voer de naam van de LDAP-server in. De naam "localhost" kan niet worden gebruikt. De servernaam
mag geen spaties bevatten.
[Primair adres]
Voer het IP-adres of de hostnaam van de LDAP-server in
loopbackadres (127.0.0.1) kan niet worden gebruikt.
[Poort:]
Voer het poortnummer in dat wordt gebruikt voor communicatie met de LDAP-server. Gebruik dezelfde
instelling die ook op de server is geconfigureerd. Als u geen nummer invoert, wordt het automatisch
ingesteld op "636" wanneer het selectievakje voor [Gebruik TLS] is ingeschakeld, of op "389" wanneer
het selectievakje niet is aangevinkt.
[Secundair adres:] / [Poort:]
Bij gebruik van een secundaire server in uw omgeving voert u het IP-adres en het poortnummer in.
[Commentaren]
Voer zo nodig een omschrijving of opmerking in.
[Gebruik TLS]
Schakel het selectievakje in als u TLS-versleuteling voor communicatie met de LDAP-server gebruikt.
[Verificatie-informatie gebruiken]
Vink het selectievakje uit voor anonieme toegang tot de LDAP-server, maar alleen als de LDAP-server is
ingesteld om anonieme toegang toe te staan. Bij gebruik van gebruikersnaam en wachtwoord voor
verificatie schakelt u het selectievakje in en voert u waarden in voor [Gebruikersnaam:] en
[Wachtwoord:].
[Startpunt voor zoekopdracht:]
Geef de locatie (niveau) op om te zoeken naar gebruikersgegevens als verificatie met de LDAP-server
wordt uitgevoerd.
4
Geef op hoe de attribuutnamen en domeinnaam moeten worden ingesteld.
De machine beheren
(voorbeeld:
274
[OK].
ldap.voorbeeld.com). Het