Kleuren kunnen donkerder worden aan de achterrand van drukwerkafbeeldingen omdat de toner onvoldoende
gefixeerd is. Deze instelling kan dit probleem verminderen.
●
Bij instelling op <Aan>, zal de afdruksnelheid langzamer zijn.
<Aanps. modus afb. vulgebied norml papier>
<Instellen>
<Aanpassen/Onderhoud>
Door deze instelling in te schakelen bij gebruik van normaal papier met een glad oppervlak kunt u de
afwerkingskwaliteit mogelijk verbeteren.
●
Als u deze instelling op <Aan> zet bij gebruik van normaal papier zonder glad oppervlak, kunnen
fixeerproblemen optreden.
<Aanpas.modus afb. vulgebied zwaar papier>
<Instellen>
<Aanpassen/Onderhoud>
Door deze instelling in te schakelen bij gebruik van dik papier zonder glad oppervlak kunt u de
afwerkingskwaliteit mogelijk verbeteren.
●
Als u deze instelling op <Aan> zet bij gebruik van papier met een glad oppervlak, kunnen
fixeerproblemen optreden.
<Preventiemodus envelop verzegel.>
<Instellen>
<Aanpassen/Onderhoud>
U kunt <Preventiemodus envelop verzegel.> instellen om te voorkomen dat de lijm op envelopflappen smelt en
verzegelt als gevolg van de warmte of druk van de fixeereenheid tijdens het bedrukken van enveloppen.
●
Deze instelling is alleen ingeschakeld tijdens het bedrukken van enveloppen.
●
Als deze instelling op <Aan> is gezet, kan de beeldkwaliteit achteruitgaan.
Instellingen/registratie
<Aanpassen beeldkwaliteit>
<Aanpassen beeldkwaliteit>
<Aanpassen beeldkwaliteit>
492
<Speciale verwerking>
<Speciale verwerking>
<Speciale verwerking>