Een IP-adres instellen
Om de machine op een netwerk aan te sluiten, is een uniek IP-adres in het netwerk nodig. De machine ondersteunt
twee versies IP-adressen: "IPv4" en "IPv6". Stel ze in voor gebruik in uw omgeving. U kunt IPv4 of IPv6 gebruiken. U
kunt beide ook tegelijkertijd gebruiken.
Als een verbindingsmethode met een hoofdlijn en een sublijn wordt geselecteerd in <Selecteer interface>, geeft u het
IP-adres van de sublijn op in <Instellingen IP-adres> in <Instellingen sublijn>.
Een IPv4-adres instellen(P. 128)
Een IPv6-adres instellen(P. 130)
Instellen van het IPv4-adres van de sublijn(P. 133)
Instellen
127
9Y8Y-02J