FLUXUS G801
Overloop van de totalizers
U kunt instellen hoe de totalizers reageren bij overloop:
Spec. functie\SYSTEEM inst.\Meten\Hoev. wrapping
• Kies het menupunt Hoev. wrapping.
• Kies aan om met overloop te werken.
De totalizer wordt automatisch teruggezet op 0 (nul) zodra ±9999999999 is bereikt.
• Kies uit om zonder overloop te werken.
De waarde van de totalizer stijgt tot aan de interne begrenzing van 10
exponentiële schrijfwijze (±1.00000E10) in beeld. De totalizer kan alleen handmatig terug op 0 (nul) worden teruggezet.
• Druk op ENTER.
Ongeacht de instelling kunnen de totalizers handmatig terug op 0 (nul) worden teruggezet.
Opmerking!
Het overlopen van een totalizer heeft gevolgen voor alle outputkanalen, bijv. op de datalogger en de online-overdracht.
De output van de som van beide totalizers (de doorvoerhoeveelheid Q) van een uitgang is, nadat één van de
totalizers de eerste keer is overgelopen (wrapping) niet meer geldig.
Om het overlopen van een totalizer te melden, moet er een alarmuitgang geactiveerd worden met de
schakelvoorwaarde GRTHD. en het type HOUDEN.
16.2
Bovenste grenswaarde van de stromingssnelheid
In een sterk gestoorde omgeving kunnen uitschieters bij de meetwaarden van de stromingssnelheid voorkomen. Als de
uitschieters niet verworpen worden, hebben ze gevolgen voor alle afgeleide meetgrootheden, die dan ongeschikt zijn voor
integratie (bijv. impulsuitgangen).
Het is mogelijk, alle gemeten stromingssnelheden te negeren, die een vooraf ingestelde bovenste grenswaarde
overschrijden. Deze meetwaarden worden als uitschieter gemarkeerd.
De bovenste grenswaarde van de stromingssnelheid wordt ingesteld in het menupunt Spec. functie\SYSTEEM inst.\
Meten\Snelheid grens.
Spec. functie\SYSTEEM inst.\Meten\Snelheid grens
• Toets nul in om de controle op uitschieters uit te schakelen.
• Toets een grenswaarde > 0 in om de controle op uitschieters in te schakelen. De gemeten stromingssnelheid wordt dan
vergeleken met de ingetoetste bovenste grenswaarde.
• Druk op ENTER.
Als de stromingssnelheid hoger ligt dan de bovenste grenswaarde,
• wordt de meetwaarde als ongeldig gemarkeerd. De meetgrootheid kan niet bepaald worden.
• brandt de LED van het meetkanaal rood.
• verschijnt achter de maateenheid een "!", bij een normale fout verschijnt er een "?" in beeld.
Opmerking!
Als de bovenste grenswaarde te laag is, bestaat de kans dat een meting niet mogelijk is, omdat de meeste
meetwaarden als ongeldig gemarkeerd worden.
UMFLUXUS_G801V1-0NL, 2020-06-26
16.2 Bovenste grenswaarde van de stromingssnelheid
38
. De waarden verschijnen, indien nodig, in
16 Uitgebreide functies
131