Inhoudsopgave
Advertenties
6 Montage
6.2 Sensoren
• Plaats de sensoren in de rail zodat de graveringen op de sensoren een pijl vormen. De sensorkabels wijzen in
tegengestelde richting (zie Afb. 6.48).
• Stel sensorafstand in die op de transmitter wordt aangegeven (zie Afb. 6.48).
• Schuif de veerbeugel over de sensoren heen (zie Afb. 6.49).
• Maak de sensoren vast door de aandrukschroeven lichtjes aan te draaien. Het uiteinde van de aandrukschroef moet
boven de boring op de sensor worden geplaatst (zie Afb. 6.48 en Afb. 6.49).
• Als dit nodig is, kunt u de sensorafstand corrigeren.
• Draai de aandrukschroeven vast.
• Maak de afstandshouders vast aan de rail om de positie van de sensor te markeren (zie Afb. 6.48).
• Maak de sensorkabels vast met een kabelbinder om ze te beschermen tegen mechanische belasting (zie Afb. 6.49).
• Plaats de afdekking op de rail (zie Afb. 6.50).
• Draai de schroeven aan beide zijden van de afdekking vast.
Afb. 6.48: Sensoren in rail (veerbeugel niet afgebeeld)
1 – afstandshouder
2 – boring
3 – graveringen op sensoren
a – sensorafstand
Afb. 6.49: Sensoren in rail
1
1 – equipotentiaalklem
2 – veerbeugel
3 – aandrukschroef
4 – kabelbinder
Afb. 6.50: Variofix C met sensoren op de buis
1
2
1 – schroef
2 – afdekking
56
2
1
3
3
3
4
2
a
2020-06-26, UMFLUXUS_G801V1-0NL
FLUXUS G801
Advertenties
Inhoudsopgave
