Tabbladen Mijn werkformulier en Openbaar
werkformulier
•
Type: geeft aan of de workform door de maker is vergrendeld.
•
Naam: toont de naam van de workform.
•
Invr.: toont de invoermodulenaam van de workform.
•
Doorsturen: toont de verzendingsmodulenaam van de workform.
Als twee of meerdere modules aan een verzendingsworkform
worden toegevoegd, toont deze kolom Multi zonder een pictogram.
•
Eigensch.: toont de eigenschappen van de workform.
•
Maken: creëert een nieuwe persoonlijke workform.
•
Verwijd.: verwijdert de geselecteerde workform.
•
Bewerken: laat u toe om een workform te wijzigen.
•
Detail: toont gedetailleerde informatie over de workform.
•
Zoeken: zoekt een workform met een workformnaam.
•
Taak: voert een workform in vanaf USB, exporteert een workform
naar USB, kopieert of verplaatst een workform naar een openbare
workform. Door te klikken op Inst. op favor. werkform kunt u ook
een snelkoppeling op het tabblad favoriete workform plaatsen. U
kunt de snelkoppeling verwijderen door te klikken op Inst. op norm.
werkform.
•
Uitv.: hiermee start u de in de workform opgegeven taak.
Het scherm Workform maken
U kunt een nieuwe workform maken. Om een nieuwe workform toe te
voegen drukt u op Maken op het tabblad Mijn werkformulier of Openbaar
werkformulier.
U kunt tot 100 workforms maken.
Tabblad Invr.
•
•
•
•
Tabblad Doorsturen
•
•
•
•
•
•
•
de standaard workflow gebruiken_ 106
Invr.: toont de invoermodulenaam van de workform.
Status: toont de status van de instellingen. Om een workform te
maken moet u alle verplichte items van de toegewezen
invoermodule instellen.
Nadat u alle verplichte items hebt ingevuld, worden de
knoppen Opslaan & Uitv. en Opslaan ingeschakeld.
Instellingen: configureert de voor de module ingestelde waarden.
Volg.: hiermee gaat u naar het volgende tabblad.
Doorsturen: toont de verzendingsmodulenaam van de workform.
Status: toont de status van de instellingen. Om een workform te maken
moet u elk verplicht item van elke toegewezen verzendingsmodule instellen.
Nadat u alle verplichte items hebt ingevuld, worden de knoppen
Opslaan & Uitv. en Opslaan ingeschakeld.
Mod. toev.: verzendingsmodule(s) toevoegen.
Controleer voor u een module toevoegt of de parameters voor elke
module juist zijn geconfigureerd.
•
Faxen: zie "Voorbereiden om te faxen" op pagina 88.
•
E-mail: zie "Originelen scannen en per e-mail verzenden (Scan
nr e-mail)" op pagina 77.
•
Server: zie "Originelen scannen en verzenden via SMB/FTP
(Scannen naar server)" op pagina 80.
Verwijd.: verwijdert de geselecteerde module.
Instellingen: configureert de voor de module ingestelde waarden.
Vorige: hiermee gaat u naar het vorige tabblad.
Volg.: hiermee gaat u naar het volgende tabblad