Fax-identificatie
Volgens de Telephone Consumer Protection Act van 1991 is het verboden om een computer of elektronisch apparaat te gebruiken voor het
verzenden van berichten via een faxapparaat zonder vermelding van de volgende gegevens in een marge boven- of onderaan elke verzonden
pagina of op de eerste pagina van het bericht:
1. verzenddatum en -tijd
2. naam van het bedrijf, de bedrijfsafdeling of afzender; en
3. telefoonnummer van het verzendapparaat, bedrijf, bedrijfsafdeling of de persoon.
De telefoonmaatschappij kan wijzigingen aanbrengen in haar communicatiefaciliteiten, in de werking van haar installaties of in procedures
waar dit redelijkerwijs noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering, mits dit niet indruist tegen de regels en voorschriften in FCC Deel 68. Als van
zulke wijzigingen redelijkerwijs kan worden verwacht dat ze tot gevolg hebben dat bepaalde telefoonrandapparatuur niet meer compatibel is
met de communicatiemiddelen van de telefoonmaatschappij, of dat wijzigingen of modificaties van deze randapparatuur nodig zijn, of op enige
andere wijze materiële gevolgen hebben voor het gebruik of de prestaties van de randapparaten, moet de klant hiervan op adequate wijze
schriftelijk op de hoogte worden gesteld, zodat hij kan ononderbroken kan blijven genieten van de service.
REN-nummer (Ringer Equivalence Number)
Afhankelijk van het land van aankoop kan achter of onder op het apparaat een sticker zitten met het REN-nummer (VS: Ringer Equivalence
Number) en het toelatingsnummer of registratienummer (VS: FCC Registration Number) van het apparaat. In sommige landen (zoals de VS)
moet deze informatie aan de telefoonmaatschappij worden verstrekt.
Het REN-nummer (The Ringer Equivalence Number) is een maatstaf voor de elektrische belasting van een telefoonlijn en is handig om uit te
maken of u de lijn hebt 'overbelast'. Als u te veel apparaten op dezelfde lijn aansluit, ontstaan er problemen met het bellen en beantwoorden
van inkomende oproepen. Een veel voorkomend probleem is dat de apparaten niet meer overgaan. Het totaal van alle REN-nummers van alle
op dezelfde telefoonlijn aangesloten apparaten mag niet meer bedragen dan 5 om de werking van de telefoonlijn te kunnen blijven garanderen.
In een enkel geval is een totaal van 5 te hoog (afhankelijk van telefoonmaatschappij en/of centrale). Als een aangesloten telefoonapparaat niet
goed werkt, moet u het onmiddellijk loskoppelen van de telefoonlijn aangezien het schade kan toebrengen aan het telefoonnet.
Volgens de voorschriften van de FCC (Federal Communication Commission) kunnen wijzigingen of modificaties aan dit apparaat die niet
uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de fabrikant aanleiding geven tot verlies van een gebruikerslicentie. Als randapparatuur schade aan
het telefoonnet veroorzaakt, moet de telefoonmaatschappij de klant verwittigen dat de dienst kan worden onderbroken. Als het echter in
de praktijk niet mogelijk is om de klant vooraf in te lichten, kan de telefoonmaatschappij de dienstverlening tijdelijk onderbreken op
voorwaarde dat ze:
a)
de klant onmiddellijk op de hoogte brengt,
b)
de klant de gelegenheid biedt om het probleem met de randapparatuur te verhelpen,
c)
de klant erop wijst dat hij het recht heeft om een klacht in te dienen bij de Federal Communication Commission volgens de
procedures uiteengezet in "FCC Rules and Regulations Subpart E of Part 68".
Wat u verder moet weten
•
Het apparaat is niet ontworpen voor aansluiting op een digitaal PBX-systeem.
•
Als u het apparaat wilt aansluiten op een telefoonlijn waarop ook een computerfax/modem is aangesloten, ondervindt u mogelijk
verzendings- of ontvangstproblemen met alle op de lijn aangesloten apparaten. We raden u aan om geen andere apparaten (behalve een
gewoon toestel) aan te sluiten op de lijn waarop het apparaat is aangesloten.
•
Als u zich in een gebied bevindt waar het vaak omweert of waar regelmatig spanningspieken optreden in het lichtnet, raden we u aan om
zowel voor het lichtnet als de telefoonlijn een piekspanningsbeveiliging te installeren. Piekspanningsbeveiligingen kunt u aanschaffen bij
uw dealer of bij een elektronicaspeciaalzaak.
•
Wanneer u een noodnummer in het apparaat programmeert en/of een noodnummer draait om te testen of alles goed werkt, bel dan eerst
het normale nummer (dus niet het noodnummer) van de noodhulpdienst om de dienst op de hoogte te stellen van de test. De dienst kan u
dan meteen verder informeren over hoe u het noodnummer daadwerkelijk kunt testen.
•
Dit apparaat mag niet worden aangesloten op een muntautomaat of een lijn die wordt gebruikt voor telefonisch vergaderen.
•
Dit apparaat heeft een magnetische koppeling voor gehoorapparaten.
U kunt het apparaat veilig op een telefoonnet aansluiten via een standaard modulaire connector, USOC RJ-11C.
Informatie over wettelijke voorschriften_ 20