OPGELET
Beschadigingen van de kabel- en buisleidingen
Wanneer de kabel- en buisleidingen niet deskundig tussen de vaten en de
besturingseenheid worden aangebracht, kunnen deze worden beschadigd.
•
Leg de kabel- en buisleidingen deskundig op de vloer.
Als voorbeeld dient de volgende configuratie: montage van de
besturingseenheid voor het basisvat en aansluiting van 2 volgvaten. Bij andere
opstelvarianten dient men analoog te werk te gaan.
1
Expansieleiding
2
Drukluchtleiding
3
Dataleiding
RF Volgvat
RG Basisvat
7.3.3.1
Aansluiting aan de waterzijde
Om de werking van de niveaumeting "LIS" te garanderen, moet het basisvat
flexibel worden aangesloten op het installatiesysteem d.m.v. de meegeleverde
slang.
De basis en optionele volgvaten zijn uitgerust met een beveiligde barrière en
een ledigingsinrichting in de expansieleiding "EC". Als er meerdere vaten zijn,
wordt een verzamelleiding naar het installatiesysteem gelegd.
De integratie in het installatiesysteem moet plaatsvinden in gebieden met een
temperatuur tussen 0 °C en 70 °C. Dit is bij verwarmingsinstallaties de terugloop
en bij koelinstallaties de voorloop van de generator.
Als de temperaturen buiten het bereik van 0 °C – 70 °C is, moeten
voorschakelvaten worden geïnstalleerd in de expansieleiding tussen
installatiesysteem en Reflexomat.
Opmerking!
Details over de schakeling van de Reflexomat apparaten of van de
voorschakelvaten, alsmede de afmetingen van de expansieleidingen zijn
aangegeven in de planningdocumentatie. Verdere informatie vindt u
ook in de Reflex planninggids.
SV
Veiligheidsklep
PV
Magneetventiel
PIS
Druksensor
AC
Drukluchtleiding
EC
Expansieleiding
Reflexomat Touch — 03.09.2020 - Rev. A
7.3.3.2
Aansluiting van de besturingseenheid
•
Het magneetventiel "PV", de druksensor "PIS" en de kabels ervan zijn
voorgemonteerd op het basisvat.
–
Steek de kabel door de montagebuis aan de achterzijde van het
basisvat en schuif de kabel naar de besturingseenheid.
•
Monteer dan de niveaumeter op het basisvat, zie hoofdstuk 7.3.5
"Montage van de niveaumeting" op pagina 12.
–
Bevestig de kabel op de drukmeetcel "LIS" van de niveaumeter en
voer de kabel naar de besturingseenheid.
•
De flexibele drukluchtleiding is verbonden met de besturingseenheid.
Schuif ook de drukluchtleiding door de montagebuis.
–
Besturingseenheid met 1 compressor:
•
Sluit de drukluchtleiding direct aan op de drukluchtaansluiting
"AC" van het basisvat.
–
Besturingseenheid met 2 compressoren of extra volgvat:
•
Monteer eerst de bijgesloten verdeler op de
drukluchtaansluiting "AC" van het basisvat.
•
Sluit de drukluchtleidingen van de compressoren via de
verdeler.
•
Sluit de volgvaten aan met behulp van de meegeleverde
aansluitsets.
7.3.4
Aansluiting op een externe drukluchtleiding
Optioneel kan een externe druktoevoer op de Reflexomat worden aangesloten.
Let op: In de externe drukluchtleiding moet een drukregelaar worden
gemonteerd. De in te stellen minimale druk is afhankelijk van het desbetreffende
drukniveau van het vat.
1
Drukregelaar, ter plaatse monteren
2
Vuilvanger, ter plaatse monteren
3
Manometer, ter plaatse monteren
4
Magneetventiel, inbegrepen bij de
levering van Reflex
Op de plaats van de compressor wordt een magneetventiel in de externe
drukluchtleiding aangestuurd, die de druklucht voor het vat vrijgeeft. Het
magneetventiel wordt door de besturing aangesproken. De elektrische
aansluiting van het magneetventiel vindt via de klem voor de compressor in de
desbetreffende besturing plaats.
Gesteldheid van de externe druklucht:
•
Kwaliteit
–
vloeistofgroep 2 conform de richtlijn voor drukapparaten 2014 / 68
EU.
–
DIN ISO 8573-1 Klasse 1.
•
Olievrij
–
OPGELET: Materiële schade aan de membranen door olieachtige
druklucht. Druklucht vrij van olie houden.
•
Luchtdruk
–
OPGELET: Materiële schade aan het vat. De luchtdruk moet tot het
desbetreffende drukniveau van het vat worden verlaagd.
Opmerking!
Voor de elektrische aansluiting van het magneetventiel zie het
hoofdstuk "Schakelschema".
Montage
PIS
Druksensor
SV
Veiligheidsklep
Overstroommagneetkle
PV
p
LIS
Niveaumeting
Nederlands — 11